Het gaat weer goed met de grijze zeehond. Van deze grote viseter zijn de afgelopen wintermaanden weer honderden jongen geboren.
De grijze zeehond was in Nederland eeuwen uitgestorven, door stroperij en jacht. De pups zijn voor jagers ook wel een erg gemakkelijke prooi. Want na hun geboorte liggen ze in hun mooie witte vacht een aantal weken hulpeloos op het strand. Heel anders dan bij de gewone zeehond, die ’s zomers ter wereld komt. Daar blijft de baby bij de moeder, ook als zij het water in gaat.
Tot honderd jaar geleden werd de grijze zeehond vervolgd. Alleen op afgelegen eilandjes in Schotland waren de dieren veilig. De redding kwam in 1914. Toen kreeg de soort wettelijke bescherming. Vanaf dat moment breidt het aantal dieren zich langzaam uit.
Vliegende start
In ons land werden in 1985 weer jonge grijze zeehonden geboren – voor het eerst sinds de Middeleeuwen. De nieuwe kolonie ligt op een hoge zandbank, tussen Vlieland en Terschelling. Al in 2013 zwommen er in de Waddenzee meer dan drieduizend dieren! Spectaculair, zo’n snel herstel, zeggen de biologen die de zeehonden al jaren volgen. Ook in de Zeeuwse Delta tellen zij steeds meer dieren. Blijkbaar is er voldoende voedsel en rust. Nu maar hopen dat dit ook in de toekomst zo blijft.
Twee soorten zeehonden
Naast de grijze zeehond hebben we in Nederland ook de gewone zeehond. Beide soorten leven in dezelfde gebieden. Verwisseling is dus mogelijk. Toch zijn ze best uit elkaar te houden.
Zo verschilt de vorm van de kop: de gewone zeehond heeft een vriendelijk hondenkoppie, de grijze zeehond een trotse spitse snuit. Als de soorten naast elkaar op het droge liggen is het onderscheid gemakkelijker: de grijze zeehond is bijna dubbel zo lang en zwaar als de gewone zeehond.
In deze tijd van het jaar zijn de grijze zeehonden snel te herkennen als ze op het stand liggen: aan de pups (in hun dikke winterjas – die goed isoleert tegen de kou, maar loodzwaar wordt in het water).
Zelf grijze zeehonden zien
De meeste grijze zeehonden leven in de Waddenzee, tussen Vlieland en Terschelling. Dus op de plek waar het dertig jaar geleden begon. Daar op de zandbanken zijn ze meestal wel te vinden. Laatst zag ik er daar wel een stuk of zeshonderd (grijze en gewone). Het mooist zie je ze vanaf de veerboten, het strand of een speciale excursieboot. Veel succes, en vergeet je verrekijker niet!
Leuk dat een zeezoogdier aan bod komt dit keer.
Een relatief nieuw fenomeen met de terugkeer van de grijze zeehond is dat deze met name in de zuidelijke Noordzee de bruinvis op het menu heeft staan. Ik weet niet of dit ook gebeurt rond de Waddenzee. In ieder geval niet langs de Noord Amerikaanse kust waar deze soorten ook samen leven.
De laatste jaren spoelen in Nederland vele tientallen zwaar verminkte bruinvissen aan – slachtoffers van de grijze zeehond. Onderzoekers weten (nog) niet waarom de grijze zeehond nu ineens bruinvis als prooi kiest. Misschien gewoon omdat het kan. Waarschijnlijk vindt de 300 kilogram wegende opportunist zo’n hapje verse bruinvis gewoon erg lekker!
Te hopen is dat deze zeehonden onderscheid maken tussen bruinvissen en zwemmende mensen…