Smulbos, ook wel voedselbos genoemd, is tegenwoordig hartstikke in. Het is kleinschalig, recreatief aantrekkelijk en bezit een hoge biodiversiteit. Anders dan de naam doet vermoeden is het een landbouwsysteem dat met bos weinig te maken heeft. De structuur heeft nog het meeste weg van een verwilderde boomgaard, met naast fruitbomen ook vele eetbare struiken en kruiden, en niet te vergeten notenbomen.
Omdat het beheer op ecologische basis plaatsvindt – dus zonder gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen, en de boer nauwelijks machines inzet – is deze manier van voedselproductie uiterst duurzaam.
Het mooiste voorbeeld van voedselbos dat ik ken is Ketelbroek, in Groesbeek. De eigenaar, Wouter van Eck, noemt zich een luie boer. Want nu de jaren van inrichten (op een voormalige maïsakker) en planten achter hem liggen, hoeft hij behalve oogsten niet veel meer te doen. Door zijn goede contacten met topkoks die zijn bijzondere producten graag afnemen levert het hem een goed inkomen op..
Veluwe
Dat ook een gewoon Veluws bos smulbare producten voortbrengt wist u natuurlijk al. Denk aan ree, wild zwijn, edelhert, tamme kastanje, braam, framboos en blauwe bosbes. En niet te vergeten de voor niet-Veluwenaren minder bekende rode vossebes – waar ikzelf dol op ben.
Vanmorgen liep ik tijdens een boswandeling pardoes een prachtige eetbare paddenstoel tegen het lijf. Het was de bij kenners zeer geliefde boleet eekhoorntjesbrood. Wat doe je dan? Gisteren op de marktkraam zag ik ze nog liggen, voor vier euro per ons. Nog nooit verzamelde ik een paddenstoel uit een Nederlands bos voor consumptie . Maar ik eet wel graag pado’s uit de winkel…
Om een lang verhaal kort te maken: ik heb de paddenstoel zorgvuldig geoogst, zodat het ondergrondse mycelium onbeschadigd achterblijft en nog vele vruchtlichamen kan produceren. Het kolossale ding weegt maar liefst 567 gram.
Uit de keuken bereiken mij ongewone geuren. En nu maar hopen dat mijn determinatie klopt…
(Als dit mijn laatste blog blijkt, bent u alvast geïnformeerd.)