Tag archieven: landbouw

Zo herken je stikstofoverdaad in de natuur

De stikstofcrisis is nu al vele maanden in het nieuws. Dat krijg je ervan, als verantwoordelijke politici er veel over praten maar nauwelijks effectieve maatregelen nemen. De problematiek is buitengewoon complex, verdedigt onze pientere premier. Ja, wel als je geit én kool wil sparen: natuur én vervuilende landbouw. Vandaar dat ons kabinet nu al een half jaar om de hete brij heen draait. Ze durft geen keuze te maken, is bang voor de kiezers.

In wezen is het stikstofprobleem overzichtelijk: in ons land slaat een ongezonde hoeveelheid stikstofdepositie neer die de natuur ernstig verziekt. Die stikstof komt vooral van de veehouderij (46% van de depositie, volgens RIVM). De oplossing van de crisis is simpel: onze boeren moeten véél minder poep produceren en de kwalijke stoffen al helemaal niet meer in het milieu loslaten.

Slachtoffer
In de media krijgen allerlei zelfverklaarde slachtoffers van de stikstofcrisis veel ruimte om te vertellen hoe sneu ze zijn: de automobilisten die binnenkort geen 130 meer mogen scheuren, de bouwers, de vakantievluchtlobby rond Lelystad Airport en niet in de laatste plaats de mestproducerende boeren die de slachtofferrol met verve spelen. O, wat vinden zij het belangrijk om ons voor hongersnood te behoeden; en wat werken ze toch duurzaam! Dat volgens onderzoek van Trouw driekwart van de boeren niet gelooft dat de natuur leidt onder stikstof, geeft wel te denken. Zien ze echt niet wat speelt bij de buren?

Veluwe
Het enige echte slachtoffer van de stikstofcrisis is natuurlijk de natuur zelf. Hoe dat eruitziet wil ik u graag laten zien aan de hand van het Natura2000-gebied Veluwe, een van de beschermde natuurgebieden in ons land die Europese bescherming genieten vanwege de buitengewone waarde.
Mag ik u uitnodigen om met mij een bezoek te brengen aan de Veluwe, waar ik u toon wat die overdosis stikstof doet met de natuur? Spring maar achterop de fiets.
Lees verder Zo herken je stikstofoverdaad in de natuur

De wereld op zijn kop

Vandaag overlegt onze landbouwminister Carola Schouten in Brussel met de EU, om te vragen of Nederland alsjeblieft mag marchanderen met de strenge regelgeving van de Europees beschermde natuurgebieden. Ons kabinet zou namelijk graag wat Natura2000-gebieden opdoeken, verkleinen, of minder beschermen om zo de bedreigde veeboeren ruimte te geven hun ammoniakuitstoot te continueren. In landbouwkringen – en ook bij CDA en VVD – is dit een logische redenering: als je last hebt van de natuur, dan help je die natuur gewoon om zeep. Dat is in deze kringen al decennia de gangbare praktijk.

Maar voor mij is het de wereld op zijn kop. Ik kan er met mijn boerenverstand niet bij dat de regering van een rijk en ontwikkeld land als Nederland zich laat gijzelen door een klein clubje boerenpummels dat te laat inziet dat ze met hun zware trekkers vast zijn gelopen op een doodlopend modderspoor. Ze verkeren nog in de ontkenningsfase, dat ze met hun grote investeringen te ver zijn doorgezwommen in de fuik van veevoermultinationals en Rabobank.

Als de boeren zulke goede ondernemers zijn als ze beweren, waarom misten ze dan al de rode signalen uit de samenleving?
En als de boeren zulke kundige vaklui zijn, waarom zagen ze dan niet aankomen dat de ammoniakbom een keer zou barsten? Het stikstofprobleem bestaat al dertig jaar, net als de hierdoor veroorzaakte milieuproblemen. Als ze werkelijk zo dicht bij de natuur staan, dan hadden ze al lang ingezien dat ze met hun mest, monoculturen en bestrijdingsmiddelen hun eigen bodems verruïneren, om maar niet te spreken van de biodiversiteit op eigen land en bij de buren.

Het Nederlandse landschap is bedekt geraakt onder een grauwsluier van stikstofdampen en ammoniak. Het planten- en dierenleven in de meeste bossen en natuurgebieden is ontregeld en de meer gevoelige soorten ruimen het veld. Op de meest ernstige vermeste plekken zie je dat een beperkt aantal geile groeiers –  zoals brandnetel, braam, Engels raaigras, vlier, pijpestro –  de rest overwoekert. Het stikstofprobleem is echt niet beperkt tot de Natura2000-gebieden; het speelt overal in het buitengebied. Het is beschamend dat we het in Nederland zo ver hebben laten komen. We zijn veruit het smerigste jongentje van de klas. Terecht dat de Europese rechter ons waarschuwt en dat de Raad van State aan de noodrem trekt.

Minder poep, dus minder dieren –  mooier kunnen we de boodschap voor de boeren niet maken . Al zal het nog niet meevallen om de sanering van deze beestenboel op een nette manier te regelen. Het zal de overheid een flinke duit gaan kosten. Dat heb je ervan als opeenvolgende kabinetten zo’n explosief onderwerp zo lang verwaarlozen, en bevriende partijen de boeren nog steeds de hand boven het hoofd houden.

Smulbos

Smulbos, ook wel voedselbos genoemd,  is tegenwoordig hartstikke in. Het is kleinschalig, recreatief aantrekkelijk en bezit een hoge biodiversiteit. Anders dan de naam doet vermoeden is het een landbouwsysteem dat met bos weinig te maken heeft. De structuur heeft nog het meeste weg van een verwilderde boomgaard, met naast fruitbomen ook vele eetbare struiken en kruiden, en niet te vergeten notenbomen.
Omdat het beheer op ecologische basis plaatsvindt –  dus zonder gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen, en de boer nauwelijks machines inzet –  is deze manier van voedselproductie uiterst duurzaam.

Het mooiste voorbeeld van voedselbos dat ik ken is Ketelbroek, in Groesbeek. De eigenaar, Wouter van Eck, noemt zich een luie boer. Want nu de jaren van inrichten  (op een voormalige maïsakker) en planten achter hem liggen, hoeft hij behalve oogsten niet veel meer te doen. Door zijn goede contacten met topkoks die zijn bijzondere producten graag afnemen levert het hem een goed inkomen op..

Veluwe
Dat ook een gewoon Veluws bos smulbare producten voortbrengt wist u natuurlijk al. Denk aan ree, wild zwijn, edelhert, tamme kastanje, braam, framboos en blauwe bosbes. En niet te vergeten de voor niet-Veluwenaren minder bekende rode vossebes –  waar ikzelf dol op ben.

Vanmorgen liep ik tijdens een boswandeling pardoes een prachtige eetbare paddenstoel tegen het lijf. Het was de bij kenners zeer geliefde boleet eekhoorntjesbrood. Wat doe je dan? Gisteren op de marktkraam zag ik ze nog liggen, voor vier euro per ons. Nog nooit verzamelde ik een paddenstoel uit een Nederlands bos voor consumptie . Maar ik eet wel graag pado’s uit de winkel…

Om een lang verhaal kort te maken: ik heb de paddenstoel zorgvuldig geoogst, zodat het ondergrondse mycelium onbeschadigd achterblijft en nog vele vruchtlichamen kan produceren. Het kolossale ding weegt maar liefst 567 gram.
Uit de keuken bereiken mij ongewone geuren. En nu maar hopen dat mijn determinatie klopt…
(Als dit mijn laatste blog blijkt, bent u alvast geïnformeerd.)

Geen melk zonder poep

Nederland komt om in de poep, het loopt ons over de schoenen. Poep van varkens, poep van kippen, poep van koeien. Dat komt ervan als je als klein landje meent te moeten produceren voor de wereld. Boeren rekenen zich rijk en dromen van mondiale afzetmarkten, nu zijn hun ogen op het gigantische China gericht. Met miljoeneninvesteringen weten boeren nóg meer vlees, eieren en melk te exporteren. Aan dit “succes” zit echter een pittig luchtje.

In de al te rooskleurig opgestelde businessmodellen staren boeren en banken zich blind op hun mooie producten, maar ze vergeten de afvalstroom: de megaberg poep.

Het principe van de melkfabriek koe is zeer eenvoudig: aan de voorkant stop je er planten en water in, na bewerking komt er van achteren melk en poep uit.
Meer melk betekent dus ook: meer poep. Zouden onze hoog opgeleide boeren op hun hightechboerderijen dit echt vergeten zijn, toen zij een jaar geleden – na de opheffing van het melkquotum – direct meer melk gingen produceren? De Nederlandse turbokoeien schijten als de besten. Ze hebben het afgelopen jaar zoveel extra gescheten dat het poepplafond bereikt is. Gelukkig verbiedt nu Europa, dat onze veiligheid bewaakt, onze melkveehouders het milieu nog verder te bezwangeren met poep (eigenlijk fosfaat).

Deze krachtige Europese voet op de rem is noodzakelijk, want anders houden we hier in de natuur slechts poepsoorten en poeplandschappen over. Helaas hebben veel kwetsbare planten en dieren de afgelopen decennia al het veld geruimd. Voor hen is het te laat.

IMG_5453Is er nog een weg terug, een oplossing in het poepprobleem? Ja, zelfs verschillende wegen. De gemakkelijkste weg is: minder vlees, eieren en melk produceren, dan ontstaat automatisch minder poep. Een meer gecompliceerde manier is het fosfaat in de poep zó opvangen en verwerken dat deze niet als hinderlijke afvalstof zomaar vrijkomt, maar elders in de wereld als grondstof nuttig gebruikt kan worden.

Mijn oplossing: exporteer naast pakken melkpoeder ook zakken koemestkorrels naar China (er gaan genoeg lege containers die kant op).

Meer melk geeft meer poep

Ik heb een zwak voor koeien. Zoals die grote beesten eigenwijs door het frisgroene weiland soppen – meestal traag van beweging, soms verrassend snel – wie is daar niet gevoelig voor?
Grazende koeien in vochtig grasland bij KamerikZe zijn sociaal, intelligent, nieuwsgierig, ruiken lekker (naar verse volle melk) en zijn bovenal fotogeniek. Ik ken maar maar weinig dames die zo bereidwillig én zonder ijdelheid voor mijn camera poseren.

Daarom zou ik blij moeten zijn nu de Europese Unie het melkquotum in de wilgen heeft gehangen. Boeren mogen per 1 april ongestraft meer melk op de markt brengen. Dat gaan ze ook zeker doen (volgens onderzoekers wel 20% meer binnen 10 jaar). Meer melk betekent dus meer fotogenieke dames in de wei… (denkt de romanticus).

Koeien in Gronings weidelandschapWas het maar zo. Boeren zien geen charmante dames. Zie zien alleen uiers; hoe groter hoe beter. Boeren zien ook liever geen bloemrijk grasland met weidevogels, waar hun dieren zelf hun maaltijd bij elkaar happen. Dat geeft maar gedoe. Liever maaien ze de eenvormige raaigrasmat en voeren de computergestuurde beesten in de stal – dat is effectiever en voorkomt veel uitstoot van mest en kwalijke gassen. Geef de ondernemers eens ongelijk.

Ik heb het er wel moeilijk mee, met de lege kunstgraslanden en de grote volle stallen. Ik zal mijn dames buiten missen, en ook de bloemen, en de weidevogels, en de vlinders, en de vissen.
Maar dan wil ik mijn dames ook niet meer ruiken!