Categorie archieven: milieu

Bos geneest (bijna) alle kwalen

Is het u ook opgevallen dat bos de laatste jaren wel erg vaak wordt voorgeschreven als hét middel tegen kwalen? Ik zal u niet lastigvallen met een lijst van plannen, beleidsbesluiten en projecten, maar om u een idee te geven:

  • Wilt u een aantrekkelijker en biodiverser buitengebied, beplant dan landbouwgrond met bomen en bossen.
  • Als u voorstander bent van duurzaam bouwen, gebruikt u vast hout in plaats van beton en staal.
  • Bent u overprikkeld of depressief, maak dan regelmatig een flinke boswandeling.
  • Willen we de temperatuurstijging op aarde beperken door het teveel aan CO2 vast te leggen, laten we dan wereldwijd massaal bossen planten.
  • En voor het leefbaar houden van onze steden tijdens zomerse hitte is stenen lichten en bomen planten het beste wat we kunnen doen.

Hoge ambities
Nu weet ik ook wel, bomen over bossen is een prettig tijdverdrijf. En glanzend groene brochures doen het op elke bestuurstafel goed. Maar bosaanleg is werkelijk een serieuze oplossing voor diverse urgente milieuproblemen. Het zijn ook niet de eersten de besten die pleiten voor veel meer bos en bomen. Zo wil de Nederlandse overheid voor de nationale uitwerking van het Klimaatakkoord (Parijs) 10 procent meer bos in 2030. Dat is 37.000 hectare. En EU-commissaris Frans Timmermans presenteerde een plan om Europa in 2050 klimaatneutraal te krijgen. Hiervoor wil hij onder andere 2 miljard bomen planten. Heeft u misschien minder vertrouwen in de plannen van EU of NL, dan weet ik een mooi alternatief.

Concreter en dichter bij huis startten de Natuur- en Milieufederaties onlangs Plan Boom, een landelijke actie om in vier jaar Nederland te verrijken met 10 miljoen bomen. Iedereen kan meedoen – u ook!

Weerbaarder maken van bos
Wat me naast al dit gepraat over plannen voor meer bos nog het meeste bevalt is dat ik op steeds meer plaatsen echt iets zie gebeuren. In open landschappen verschijnen kleine bosjes en singels (ja, ook grote bossen beginnen vaak klein).
Lees verder Bos geneest (bijna) alle kwalen

Zo herken je stikstofoverdaad in de natuur

De stikstofcrisis is nu al vele maanden in het nieuws. Dat krijg je ervan, als verantwoordelijke politici er veel over praten maar nauwelijks effectieve maatregelen nemen. De problematiek is buitengewoon complex, verdedigt onze pientere premier. Ja, wel als je geit én kool wil sparen: natuur én vervuilende landbouw. Vandaar dat ons kabinet nu al een half jaar om de hete brij heen draait. Ze durft geen keuze te maken, is bang voor de kiezers.

In wezen is het stikstofprobleem overzichtelijk: in ons land slaat een ongezonde hoeveelheid stikstofdepositie neer die de natuur ernstig verziekt. Die stikstof komt vooral van de veehouderij (46% van de depositie, volgens RIVM). De oplossing van de crisis is simpel: onze boeren moeten véél minder poep produceren en de kwalijke stoffen al helemaal niet meer in het milieu loslaten.

Slachtoffer
In de media krijgen allerlei zelfverklaarde slachtoffers van de stikstofcrisis veel ruimte om te vertellen hoe sneu ze zijn: de automobilisten die binnenkort geen 130 meer mogen scheuren, de bouwers, de vakantievluchtlobby rond Lelystad Airport en niet in de laatste plaats de mestproducerende boeren die de slachtofferrol met verve spelen. O, wat vinden zij het belangrijk om ons voor hongersnood te behoeden; en wat werken ze toch duurzaam! Dat volgens onderzoek van Trouw driekwart van de boeren niet gelooft dat de natuur leidt onder stikstof, geeft wel te denken. Zien ze echt niet wat speelt bij de buren?

Veluwe
Het enige echte slachtoffer van de stikstofcrisis is natuurlijk de natuur zelf. Hoe dat eruitziet wil ik u graag laten zien aan de hand van het Natura2000-gebied Veluwe, een van de beschermde natuurgebieden in ons land die Europese bescherming genieten vanwege de buitengewone waarde.
Mag ik u uitnodigen om met mij een bezoek te brengen aan de Veluwe, waar ik u toon wat die overdosis stikstof doet met de natuur? Spring maar achterop de fiets.
Lees verder Zo herken je stikstofoverdaad in de natuur

De wereld op zijn kop

Vandaag overlegt onze landbouwminister Carola Schouten in Brussel met de EU, om te vragen of Nederland alsjeblieft mag marchanderen met de strenge regelgeving van de Europees beschermde natuurgebieden. Ons kabinet zou namelijk graag wat Natura2000-gebieden opdoeken, verkleinen, of minder beschermen om zo de bedreigde veeboeren ruimte te geven hun ammoniakuitstoot te continueren. In landbouwkringen – en ook bij CDA en VVD – is dit een logische redenering: als je last hebt van de natuur, dan help je die natuur gewoon om zeep. Dat is in deze kringen al decennia de gangbare praktijk.

Maar voor mij is het de wereld op zijn kop. Ik kan er met mijn boerenverstand niet bij dat de regering van een rijk en ontwikkeld land als Nederland zich laat gijzelen door een klein clubje boerenpummels dat te laat inziet dat ze met hun zware trekkers vast zijn gelopen op een doodlopend modderspoor. Ze verkeren nog in de ontkenningsfase, dat ze met hun grote investeringen te ver zijn doorgezwommen in de fuik van veevoermultinationals en Rabobank.

Als de boeren zulke goede ondernemers zijn als ze beweren, waarom misten ze dan al de rode signalen uit de samenleving?
En als de boeren zulke kundige vaklui zijn, waarom zagen ze dan niet aankomen dat de ammoniakbom een keer zou barsten? Het stikstofprobleem bestaat al dertig jaar, net als de hierdoor veroorzaakte milieuproblemen. Als ze werkelijk zo dicht bij de natuur staan, dan hadden ze al lang ingezien dat ze met hun mest, monoculturen en bestrijdingsmiddelen hun eigen bodems verruïneren, om maar niet te spreken van de biodiversiteit op eigen land en bij de buren.

Het Nederlandse landschap is bedekt geraakt onder een grauwsluier van stikstofdampen en ammoniak. Het planten- en dierenleven in de meeste bossen en natuurgebieden is ontregeld en de meer gevoelige soorten ruimen het veld. Op de meest ernstige vermeste plekken zie je dat een beperkt aantal geile groeiers –  zoals brandnetel, braam, Engels raaigras, vlier, pijpestro –  de rest overwoekert. Het stikstofprobleem is echt niet beperkt tot de Natura2000-gebieden; het speelt overal in het buitengebied. Het is beschamend dat we het in Nederland zo ver hebben laten komen. We zijn veruit het smerigste jongentje van de klas. Terecht dat de Europese rechter ons waarschuwt en dat de Raad van State aan de noodrem trekt.

Minder poep, dus minder dieren –  mooier kunnen we de boodschap voor de boeren niet maken . Al zal het nog niet meevallen om de sanering van deze beestenboel op een nette manier te regelen. Het zal de overheid een flinke duit gaan kosten. Dat heb je ervan als opeenvolgende kabinetten zo’n explosief onderwerp zo lang verwaarlozen, en bevriende partijen de boeren nog steeds de hand boven het hoofd houden.

40.000 klimaatdrammers

Vandaag is het zover, de dag van de grote Klimaatmars. De afgelopen weken heb ik posters geplakt, flyers uitgedeeld en e-mails verstuurd om mensen te verleiden óók in beweging te komen voor het klimaat. Om samen op 10 maart in Amsterdam de regering te laten zien dat wij ons grote zorgen maken over de klimaatverandering. Om politici aan te sporen dat ze haast maken met effectief klimaatbeleid. Dat zij maatregelen nemen die de aarde leefbaar houden. Een veilige toekomst voor onszelf en onze kinderen, daar kan je toch niet tegen zijn? Is dit drammen?

Bakken water
Als lokale luchtwachter ben ik het aan mijn stand verplicht mee te marcheren. Slechter weer voor een demonstratie kan het niet zijn. Met bakken valt het water uit de loodgrijze hemel. Vroeg in de middag loop ik met een groepje soortgenoten in het nog rustige Amsterdam. Hier zijn het de toeristen die domineren. Verbaast kijken ze naar onze spandoek en onmodieuze regenoutfit (die al gauw onvoldoende blijkt). Waar blijven ze toch, die andere demonstranten?

Om hoek nadert de doffe, trage slag van een grote trom. Het kan niet missen, daar marcheren anderhalfhonderd Groningers voorbij: een dodenmars. Later spotten we ook een groep Friesen en allerlei ongeregeld spul. Nu mijn zoekbeeld van de klimaatdemonstrant aan schepte wint, zie ik er meer en meer. Het is de stevige tred, de gerichte blik, het degelijke schoeisel en de regenbroek die hen verraadt.

Lees verder 40.000 klimaatdrammers

Groenste kabinet ooit verschiet van kleur

In een winterweek waarin dagelijks warmterecords werden verpulverd kocht minister Wopke Hoekstra namens de Nederlandse regering voor 744 miljoen euro aandelen Air France – KLM.
De glunderende CDA- en VVD-jongens en meisjes op het Binnenhof zijn er nog trots op ook.

Vandaag, 27 februari, is het al de 5e dag op rij met ongewoon hoge temperatuur: 19,5 C

Wij belastingbetalers investeren daarmee – ongevraagd –  een fors bedrag in een ouderwets bedrijf in een weinig frisse sector. En dat in een tijd waarin we alle zeilen moeten bijzetten om onze klimaatdoelen te halen. Terwijl zo duidelijk is dat we van de luchtvaart nog meer ellende kunnen verwachten. Want duurzaam vliegen gaat de komende 25 jaar zeker niet lukken. Wellicht blijft het altijd een illusie.

Om de toename van broeikasgassen van al dat gevlieg enigszins te beperken kan een verstandige overheid niet anders doen dan met wetten, regels en hoge tarieven het aantal vluchten en vliegkilometers proberen te beperken. Logische consequenties zijn daarnaast: vliegbewegingen op Schiphol niet uitbreiden, laat staan openen van vakantiehub Airport Lelystad.

Kunnen wij van deze regering nog verwachten dat zij –  met in hun vestzak het aandelenpakket Air Franc –  het aantal luchtvaartreizigers van en naar Nederland serieus gaat beperken? Lees verder Groenste kabinet ooit verschiet van kleur

Hittestress

We beleven een buitengewoon boeiende zomer. De gazons liggen er doods bij en het blad valt knisperend van de bomen, maar niet eerder zag ik zoveel libellen in mijn tuin. Enthousiast begroette ik de paardenbijter. Maar dat bleek een saaie pier nadat ik het amoureuze spel van de vuurjuffers had gezien. Alles open en bloot zichtbaar vanaf mijn veranda. Met gekoelde witte wijn in de hand zat ik ineens midden in een natuurfilm.

Parende vuurjuffers

Mijn favoriet was echter toch de aan schone beken gebonden weidebeekjuffer. Dat deze parel, die ik associeer met de mooiste natuurgebieden, nu hier kind aan huis was… Waar heb ik dat aan te danken, toch niet aan het dagelijks verse water in het vogelbad?

Nee, verwacht van mij geen huilerige verhalen over de opwarming van de aarde en de achteruitgang van de biodiversiteit. De natuur zal zich wel redden – beter zelfs dan de mens. Beschouw de veranderingen in soortensamenstelling maar als natuurlijke selectie. Darwin schreef er al over.

Ja, er zullen hier plantjes en beestjes verdwijnen. Maar als onze (klein)kinderen over dertig jaar ‘karakteristieke’ Nederlandse natuur willen zien, vliegen ze toch gewoon naar Lapland? Ik laat me graag verrassen door exotische nieuwkomers. Dat proces is trouwens al in volle gang. En wat is er mis aan tijgerspin, nijlgans, goudlynx, Amerikaanse rivierkreeft of halsbandparkiet? Kleurloos kun je deze klimaatvluchtelingen niet noemen.

Paardenbijter

Ook voor de door het weer geplaagde boeren heb ik een oplossing bedacht. Als door hittestress de maïs- en grasteelt in het gedrang komt, kunnen zij beter overgaan op druiven. Als ze tijdig omschakelen vullen zij mooi het gat dat hun collega’s in Bordeaux en Bourgogne binnenkort laten vallen. Tel uit je winst: dan zijn wij verlost van de stront en wijn drinkt zoveel plezieriger dan melk.

Jammer, dat het eind in zicht komt van de hier in het Oosten al bijna vier weken durende hittegolf. Wat zal ik de zwoele zomernachten missen.
Proost.

Beek terug in binnenstad Arnhem

Grote waterval in park Sonsbeek, Arnhem

De Arnhemse parken Sonsbeek en Zijpendaal ontlenen veel van hun charme aan de beek die klaterend en sprankelend van de stuwwal stroomt. Want zonder beek geen fraaie vijvers, fonteinen, Grote en Kleine waterval, bronbosjes en orchideeënrijke moerasweide. Geen exotische vergezichten en al helemaal geen goudveil en ijsvogeltjes. Vanzelfsprekend mondde de Sint Jansbeek – want zo heet ie – ooit uit in de Rijn. Het schone water en de waterkracht van het stroompje verleidde lang geleden mensen om zich onderaan de glooiingen van het Veluwemassief te vestigen en bedrijven te starten.

Vallend water bij watermolen Sonsbeek, Arnhem

Al in de zesde eeuw was er een nederzetting en vanaf de dertiende eeuw draaiden er watermolens. Die maalden koren, persten olie en vervaardigden papier. Het heldere water werd benut door brouwers, leerlooiers en wasserijen. Feitelijk heeft de beek aan de basis gestaan van de ontwikkeling van Arnhem, niet de Rijn zoals veel mensen denken. Die werd pas in 1530 bij de stadsmuur gebracht.

De bedrijvigheid langs de beek groeide uit tot een heus industriegebied. Goed voor de welvaart, maar slecht voor de beek. Die werd steeds meer een open riool. Vandaar dat de Sint Jansbeek vanaf de achttiende eeuw uit het stadscentrum is verdwenen.

Blauwe levensader van Arnhem hersteld
Tegenwoordig beseffen we gelukkig beter het belang van een schone beekloop in de stad. Een groepje taaie, oudere Arnhemse heren voerde jarenlang lobby om de beek weer bovengronds te brengen. Dat idee paste wonderwel bij het plan van gemeente en provincie om het stadsdeel dat in 1944 zo heftig is aangerand te ontwikkelen en verfraaien. Het wonder is nu geschied: de blauwe levensader van Arnhem is grotendeels hersteld. Want sinds een week stroomt de beek weer door de zuidelijke binnenstad en stort via een dubbele waterval in de Rijn. En nu hoop ik maar dat de gemeente snel geld reserveert voor de uitvoering van het resterende deel (in Beek- en Bovenbeekstraat).
Lees verder Beek terug in binnenstad Arnhem

Insecten verdwijnen

In een gezond landschap miegelt het van de insecten. Hoe completer de natuur, hoe meer beestjes er rondkruipen, ritselen, fladderen, zoemen, kriebelen en ja, soms ook steken. Nooit zal ik de akoestische sensatie vergeten die ik onderging bij het betreden van het beroemde Poolse nationaal park Bialowieza. Zodra je het bosgebied door de houten poort betrad werd je ondergedompeld in een kolossaal gezoem, dat pas stopte als je het bos verliet. Mijn vriend en collega-onderzoeker Tomasz had een originele manier om de muggenstand enigszins te kwantificeren: hij sloeg eenmaal met vlakke hand op zijn borst of been en telde de slachtoffers. Zijn record: 42. Het zal geen toeval zijn dat ik in Europa geen ander bos ken met zo’n diversiteit aan vogels.

Dramatische afname
Vorig week publiceerden Duitse en Nederlandse ecologen een alarmerend artikel waarin zij beschreven dat de insectenmassa in 63 Duitse natuurgebieden in de afgelopen 27 jaar met gemiddeld 76 procent is afgenomen. Natuurlijk wist ik dat het slecht ging met dagvlinders en bijen, en merk ik al jaren dat het buiten minder ritselt en zoemt, toch schrok ik van deze uitkomst. Die is dramatisch.
Maar ik ben bang dat de achteruitgang in ons land nog groter is. Want ik fiets regelmatig op het platteland bij onze oosterburen; daar oogt het toch net wat minder steriel dan thuis. Ik zie er meer bosjes en houtwallen, overhoekjes, leukere graslanden en bontere bermen. Ik zie daar ook meer vogels en verwacht daarom ook meer insecten.

Landbouw op dood spoor
Omdat de onderzochte natuurgebieden goed worden beheerd vermoeden de ecologen dat de achteruitgang van insecten het gevolg is dan de landbouw op de omringende gronden. Dat lijkt me een voor de hand liggende conclusie.
Dit zou het zoveelste signaal zijn dat we met de intensivering en industrialisatie van onze voedselproductie op een dood spoor zitten. Zelfs een boerenpummel begrijpt dat de reguliere boer door schaalvergroting, ontwatering, bemesting, gebruik van bestrijdingsmiddelen en antibiotica vele basale ecologische wetten met voeten treedt. De boer als god –  dat kan niet goed gaan.

Nieuwe minister
Maar er gloort hoop aan de horizon. Onze nieuwe landbouwminister is van CU-huize en uiterst ambitieus. Deze slimme boerendochter lijkt me de aangewezen persoon om de puinhopen die natuursloper en praatjesmaker Henk Bleker heeft achtergelaten te saneren, en dan doorpakken! Want het landbouwbeleid moet op de schop, in Nederland en in de EU.
Wat we nodig hebben is meer ruimte voor natuur, veel minder voor landbouw. En vanzelfsprekend moet de landbouw écht duurzaam worden. En de vervuiler (zowel boer als consument) gaat serieus betalen voor zijn slecht gedrag, zodanig dat biologische producten automatisch goedkoper worden dan het vlees, melk, groente, fruit van reguliere teelt. Lees verder Insecten verdwijnen

Afval ruim je op

Vuilruimactie Staatsbosbeheer in uiterwaard Bakenhof, met 90 kin“Natuurlijk laat je buiten geen troep achter!” zegt Ruben. Hij is ook niet te beroerd om afval van anderen op te ruimen zoals hier, in de uiterwaard van de Rijn: “Ik vind deze vuilruimactie leuk, want ik ben graag buiten en je vindt hier ook mooie dingen!
Trots laat hij me schelpen zien, een slakkenhuis, een veer en een doorzichtig halfverteerd blad waarvan alleen nog de nerven resteren.
Hij komt hier regelmatig, met zijn vader en soms z’n zusje, om te vissen in de rivier. Hij wijst op een diep in het water liggende fuut: “Hé, is dat geen aalscholver?” Ruben gaat weer verder, want er is nog veel te doen.

Boswachter Rick Basten bij start van Vuilruimactie Staatsbosbehe

Ook de 90 andere kinderen van groep 7 en 8 van de Margarethaschool in Arnhem werken gemotiveerd op deze jaarlijkse voorjaarsschoonmaak van Staatsbosbeheer.
Zojuist hebben ze van boswachter Rick gehoord dat vogels ook in kleine stukjes plastic kunnen stikken. En ook voor de koeien die hier straks grazen is die troep gevaarlijk.
En daarbij, het staat niet fraai. Dat weten de kinderen uit eigen ervaring; de meesten wonen dichtbij en ze komen hier regelmatig.
In totaal wel 667 leerlingen van zeven basisscholen uit de omgeving maken deze week acht uiterwaarden in de Gelderse Poort schoon. De Arnhemse Bakenhof oogt van een afstand redelijk schoon. Maar schijn bedriegt.

Vuilruimactie Staatsbosbeheer in uiterwaard Bakenhof, met 90 kinDat de nieuwe zwarte schoenen van Kadi grijs kleuren van de modder deert haar weinig. Zij sleept al heel wat troep mee in de blauwe zak: kleine flesjes, schroefdoppen, purschuim, blikjes, en stukken plastic, heel veel plastic.
Ze woont net aan de andere kant van de dijk en komt hier vaak: “Hier kan je een leuk rondje fietsen.” Haar jaszak puilt uit van zoetwatermossels. Graag zou ze ook nog die grote stukken plastic aan de overkant van het water verzamelen, of de troep in het langsstromende water. “Meester, heeft u geen bootje?”
Oog voor alles, niet in de laatste plaats voor haar klasgenootjes. Zo stuitert ze over de oever. Van grote afstand hoor ik haar roepen: “Nóg een condoom!” Met haar trofee op een takje gestoken rent ze opgewonden naar de juf.

‘Supergaaf’ noemt de glunderende Damion met kekke coupe deze actie. Zorgvuldig speurt hij de smalle zone af waar het laatste hoogwater veel troep achterliet. “Vorig jaar deed ik ook mee, maar volgend jaar zal het niet meer zal kunnen: dan zit ik op de middelbare school.” Een oplossing heeft hij al bedacht: “Ik ga zelf wat zoeken om toch elke week een natuurgebied schoon te kunnen maken.”

Terug op de dijk ruilen de kinderen na dik twee uur werken hun volle zakken en werkhandschoenen bij de auto van Staatsbosbeheer in voor gevulde koek en een drankje. Boswachter Rick is zeer tevreden.

Lantaarnpalen en sjoemelsoftware

Onze wijk heeft een primeur: de eerste fijnstofvangende lantaarnpaal van Nederland. Hoera, hoera, hoera!

Wat fijnstof is?
Het is de verzamelnaam voor deeltjes die zó klein en licht zijn dat ze zweven in de lucht. Fijnstof kan van natuurlijke oorsprong zijn, zoals pollenkorrels, sporen van schimmels, woestijnzand en vulkaanas. Maar in onze hoogontwikkelde samenleving komt het vaker van de mens: van auto’s, fabrieken, bioindustrie en energiecentrales.

Hoe kleiner de deeltjes, hoe verder ze in onze longen doordringen
Fijnstof is gevaarlijk, want de minieme deeltjes tasten onze longen aan. Hoe fijner de stof, hoe dieper ze in het longweefsel doordringen. Vandaar dat ontwikkelde landen er steeds meer aan doen om het fijnstofgehalte in de lucht terug te dringen. Door vervuilende industrieën te dwingen filtersystemen te gebruiken, door kolencentrales te sluiten, door (oude) auto’s uit binnensteden te weren. Vooral dieselmotoren zijn berucht om hun royale productie van fijnstof (roet) en hun effect op de volksgezondheid.

Intensieve veehouderij en verkeer
In Nederland zijn verkeer en intensieve veehouderij de grootste producenten van fijnstof – nog meer dan de industrie. Volgens het RIVM neemt de concentratie van fijnstof van jaar tot jaar langzaam af. Goed nieuws dus. Maar concentratiegebieden van bioindustrie en binnensteden met veel verkeer zijn nog steeds probleemgebieden.

Lees verder Lantaarnpalen en sjoemelsoftware