Tag archieven: kunst

Chihulys wereld van glas

Op de kortste en meest druilerige dag van het jaar stap ik op de trein naar Groningen. Een perfecte dag om de grote overzichtstentoonstelling van Dale Chihuly te bezoeken. Flitsend langs de donkere naaldbossen van Hooghalen en de verzopen graslanden van de Drentse Aa gaan mijn gedachten terug naar eerdere exposities die ik van deze glaskunstenaar zag, decennia geleden in het noordwesten van de V.S. Daar werd ik ondergedompeld in een mij volstrekt onbekende beeldtaal van vormen, kleur en licht. Zo had ik glas nog nooit gezien: zo kleurig, speels en –  door de vaak organische vormen –  toch ook wel weer vertrouwd.

Ik liep daar tussen reuzenschelpen –  of waren het schalen? –  en sliertige waterplanten. En zag fantastische bloemen. Maar het mooiste was toch de onderwaterwereld van de oceaan. Mijn verwachtingen zijn vandaag dus hooggespannen.

Het Groninger Museum heeft een dozijn zalen uitgetrokken om de in zeven zeecontainers aangevoerde glaskunst te laten zien. Elke zaal heeft een thema en toont het werk dat Chihuly en zijn team in een bepaalde periode, met bepaalde technieken en stijl hebben gemaakt. Zo zijn er de staande cilinders die geïnspireerd zijn op de kleuren en patronen van de dekens van de oorspronkelijke bewoners van de Pacific Northwest: de indianen. Of de ‘baskets’ die in vorm en tint veel weg hebben van de indiaanse manden van gevlochten boomvezel.

Chihuly haalt zijn inspiratie overal vandaan, zegt hij. Bewust en onbewust. Soms spoelen de ideeën gewoon aan op het strand van de Stille Oceaan, zoals de glazen ballen die de netten van Japanse vissers drijvend houden. Veel van zijn series zijn geïnspireerd op de natuur: zowel de wilde natuur van de groene staat Washington als de bloemrijke tuin van zijn moeder.

Lees verder Chihulys wereld van glas

Tuinen van verwondering

Verbijsterd zat ik op 3 november voor de tv, gehypnotiseerd door de spannende kunstwerken die onder mijn ogen voorbijgleden. Ik zweefde over een lange rij bogen van Andy Goldsworthy die vanaf de heuvel geleidelijk in zee verdwenen; over twee uit de kluiten gewassen maar toch gracieuze dansers van Marijke de Goeij; een bijna megalomaan golvende muur van Richard Serra, en mijn favoriet: een gigantische rode toeter (of was het een verrekijker?) van Anish Kapoor die quasi nonchalant in het heuvelige grasland was achtergelaten. En nog veel meer.
Blessed (Anya Gallaccio), Beeldentuin Clingenbosch, WassenaarIk keek naar de eerste aflevering van Tuinen van verwondering, een serie over de mooiste beeldentuinen van de wereld.
O, wat zou ik graag zélf dit landgoed van kunstverzamelaar Alan Gibbs in Nieuw-Zeeland bezoeken, in zijn helikopter over de beelden vliegen en in de avondschemering op zijn terras aan zee de bliksemmachine bedienen…

Dichtbij
Beeldentuin Clingenbosch, WassenaarNaast dromen heb ik gelukkig ook dichter bij huis aantrekkelijke beeldentuinen. Een hele mooie ligt op fietsafstand: die van Kröller-Müller Museum in park De Hoge Veluwe – bij iedereen bekend, mag ik hopen. Veel minder bekend is Beeldentuin Clingenbosch in Wassenaar, de privécollectie van de Joop van Fountain II (Jean Tinguely Beeldentuin Clingenbosch, WassenaarCaldenborgh, de eigenaar van het nieuwe museum Voorlinden, dat op steenworp afstand ligt. Ik ontdekte en bezocht deze doorgaans afgesloten tuin enkele maanden geleden. Ik kan het liefhebbers van moderne beeldhouwkunst aanbevelen. (Een bezoek kan je reserveren via de website van Museum Voorlinden.)

 

Kunstbos
Verspreid over 25 hectare duinbos staan een stuk of zestig beelden, die zeer divers zijn van materiaal, kleur en uitstraling. De kwaliteit is hoog. De zeer deskundige rondleiders hebben er een hele toer aan om hun groep in groepje binnen de twee uur die er voor staat langs de hele collectie te gidsen: er valt zo veel te zien en te vertellen! Beeldentuin Clingenbosch, WassenaarBijzonder is het zoeken, en het vinden – dat maakt zo’n kunstbos toch heel anders dan een museumzaal. Steeds die verrassing als er achter een bocht of boom weer een ander object opduikt. En steeds weer het spel tussen beeld en de natuurlijke omgeving, licht en schaduw. Hier buiten is het nog makkelijker om weg te dromen. Wat me aan deze collectie ook opvalt is de speelsheid, de humor. Fijn is bovendien dat je de meeste beelden aan mag raken, de beelden vragen daar om.

Paard
Ook het langs het pad uitgestrekte veulen had ik graag met mijn vingertoppen beroerd. Het afgietsel zag er levensecht uit zoals het daar vredig op een pallet lag te slapen. Warm, zacht en kwetsbaar. Large Four Piece Reclining Figure (Henry Moore), Beeldentuin CliMaar o zo gevaarlijk. Want het fijne doffe poeder op het loden beeld was het zwaar giftige loodoxide, waarschuwde onze gids. Kunstenaar Berlinde De Bruyckere maakt vaker beelden van paarden waarmee ze haar publiek op het verkeerde been zet.
Ik herinner me nog scherp de drie levensgrote paarden die ze in Park Sonsbeek tijdens de beeldententoonstelling in 2001 hoog boven het bospad in beuken had gehangen. Dat leidde tot veel consternatie, want hoe kon ze dat nu doen? Paarden! De dieren zijn toen al snel verwijderd. Maar ik zie als ik op dit paadje loop, haar paarden nog steeds hangen. Zelden heb ik in Sonsbeek een intrigerender kunstwerk gezien.

[Alle foto’s maakte ik in Beeldentuin Clingenbosch]

Kauwen voor de kunst

In Park Sonsbeek is afgelopen maand een bonte verzameling kunstwerken ontsproten. De internationale kunstmanifestatie Sonsbeek’16 trekt de te verwachten stroom kunstminnend publiek. Je herkent ze direct aan hun zwarte chique kleding, extravagante brillen en kleurige dassen en tassen. Hun serieuze blik verraadt: ‘Mij maak je niets meer wijs, ik heb (bijna) alles al gezien.’ Ze veinzen geen grote nieuwsgierigheid, toch lopen ze braaf alle creaties af, lezen de toelichting en luisteren beleefd naar de gids. Maar wat er in hun omgaat?

The happy camper - Louie Cordero, Sonsbeek'16, ArnhemNee, dan het gewone publiek, dat hier toevallig met de kunstobjecten wordt geconfronteerd. De mensen uit de omringende wijken die hier hun hond uitlaten, de jongeren die op de bankjes chillen, de families op weg naar hun picknickplaats, de scharrelde stelletjes, de spelende kinderen. Die laten allemaal wél luid en duidelijk merken wat de kunst met ze doet.

The happy camper - Louie Cordero, Sonsbeek'16, ArnhemDat is precies de bedoeling van de kunstenaars, het gaat hun om de ontmoeting, de interactie.

Dat levert in mijn ogen niet de meest interessante beelden op – want wat moet ik bijvoorbeeld met op het gras uitgespreide witte lappen die volgens de toelichting olifanten moeten voorstellen? – maar wél volop reacties.
Lees verder Kauwen voor de kunst

Het sublieme landschap van Turner

Op een mooie zomermiddag
Als een reusachtig verduisteringsscherm jagen loodzware wolken over mij heen. Weg is de augustuszon. In de kilgroene schemering trekken rukwindjes plagend aan mijn hemd. Kippenvel. Het modderige water rond mijn voeten voelt nog heerlijk lauw. Ik negeer de zwarte hemel boven Friesland, want na uren struinen en wachten is mijn geduld eindelijk beloond. Vóór me op het wad staan duizenden steltlopers, netjes gesorteerd. Door mijn telescoop onderscheid ik rosse grutto’s, wulpen, kanoeten, zilverplevieren en vele, vele bonte strandlopers. Ik zie nekveertjes opwaaien en oogjes knipperen. Zelden zag ik zo’n massa vlak voor mijn neus.

HvdB20120616-055Het gerommel in de lucht wil ik niet horen. Al komen de flitsen nu wel erg snel dichterbij. Daar sta je dan, midden op het natte slik, als hoogste punt in de wijde omtrek. In de verte licht de duintop op – nog zeker een uur lopen. Ik twijfel. Misschien waait het over…
Een zwierige slinger van honderden bontjes tuimelt zacht knorrend uit de lucht. Dan vallen de eerste druppels. Warm water. Tijd om te gaan. De vogels gaan nauwelijks voor me opzij als ik ze met haastige passen passeer. Wonderbaarlijk. TSJAKKKKrrr! De lichtflits valt samen met de knal. Niet alleen ík schrik. In paniek schieten de vogels alle kanten op. Ze vliegen zelfs tussen mijn benen door.

Het sublieme
Wellicht heb jij zelf ook dergelijke natuurervaringen, waarbij je overrompeld werd door schoonheid maar gelijktijdig dreiging voelde of gevaar. Deze ervaring van natuurgeweld én schoonheid, die zulke intense emoties kan oproepen, noemde de filosoof Burke het sublieme. Het gaat natuurlijk ook over de grootsheid van de natuur tegenover de nietigheid van de mens. Je kunt daar als mens verschillend op reageren, met angst, ontzag of bewondering.
IMG0043Ikzelf ben vooral een bewonderaar, en zoek graag het sublieme in de natuur en in het landschap. Enkele malen per jaar vind ik het. Of beter: overkomt het me. Want dit soort buitengewone ervaringen liggen niet voor het oprapen. Je kunt het ook niet afdwingen.
Ik vond het bijvoorbeeld op wild golvende zeeën, tijdens stormen, in ontmoetingen met beren en wolven, op ijzige toppen hoog in de bergen, in woeste wouden.

Turner
De Britse schilder J.M.W. Turner (1775 – 1851) was gegrepen door het sublieme. Hij heeft van de weergave ervan zijn specialiteit gemaakt. Het gevaar en de schoonheid van de natuur probeerde hij te vangen in zijn olieverfschilderijen en aquarellen.
Lees verder Het sublieme landschap van Turner

Landschapsfotografen zonder camera

Zij zochten hun onderwerpen buiten, gingen ervoor op reis met schetsboek en handzaam schildergerei. Dat was revolutionair. Want vóór die tijd werkten schilders in hun atelier, schilderden naar model en kopieerden afbeeldingen van anderen, of ze bedachten landschappen. Want buiten werken, dat was te veel gedoe.

HvdB20150418-002Dat groepje schilders van de Haagse School had anderhalve eeuw geleden een bijzondere aandacht voor het landschap en het leven buiten de stad. Ze hadden een goed oog voor wat wij nu noemen ‘karakteristieke Nederlandse landschappen’: uitgestrekte heidevelden, vissersboten op het strand, zompige weilanden met brede sloten, eeuwenoude eiken in donkere wouden. Ze waren dol op paarden, koeien en knoestige knotwilgen. Misschien beseften ze toen al dat deze arcadische landschappen, met rust en ruimte, binnenkort zouden verdwijnen: door ontginning, stadsuitbreiding, door stoommachines en industrie.

Adem van de natuur
Wat hun werk voor mij, natuurliefhebber en landschapsfotograaf, zo boeiend maakt is dat je duidelijk aan de schilderijen kunt zien dat ze buiten tot stand zijn gekomen. De situaties klóppen: de juiste vogels en planten zijn in het landschap afgebeeld, licht en wolkenlucht zijn passend. Bij het sombere beeld van de platbodem op het strand voel ik de koude wind, proef ik zout. Bij de ruiters in de duinen ruik ik de warme paardenlijven terwijl de zon brandt op mijn huid.
Schilderijen met zo’n realistische uitstraling bedenk je niet binnen, in je stoffige atelier, die maak je ter plekke. En dat kan alleen iemand die zich voor de plek openstelt, die het landschap innig beleeft. En dat konden schilders als Mauve, Israëls, de broers Maris, Mesdag, en Roelofs als de besten. De laatste zei letterlijk dat hij de ‘adem van de natuur’ voelbaar wilde maken. Lees verder Landschapsfotografen zonder camera

Beauty of the Beast

Een vos met opengesperde bek als handtas; twee met edelstenen belegde ratten op het hoofd van een mooie vrouw. De foto’s op de uitnodiging van Museum Arnhem intrigeren. De nieuwe expositie gaat over sieraden en andere kunstvoorwerpen van opgezette dieren. Nu heb ik weinig met sieraden, maar des te meer met dieren.
Ik besloot me te laten verrassen.

Toch ging ik met ambivalente gevoelens naar het museum. Want opgezette dieren zijn vaak vaal, stoffig en pluizig – zoveel minder fraai dan in de natuur. Ook weet ik maar al te goed dat ruim een eeuw geleden de hype van uitbundige bevederde dameshoedjes heel wat vogelsoorten bijna heeft uitgeroeid.

Taxidermie (het opzetten van dode dieren) is weer hot, leer ik in het HvdB20150123-003museum. En het zijn vooral vrouwelijke kunstenaars die het doen. Hun materiaal bestaat uit verkeersslachtoffers, slachtafval, of overleden (huis)dieren – zeggen ze. Naar hartenlust voegen ze daar edelstenen, goud, zilver en kunststoffen aan toe. Zij maken niet alleen voor het mooie, maar ook uit maatschappijkritiek – daarom vinden sommigen het ook belangrijk te vermelden dat ze vegetariër zijn. (Dat was Rembrandt vast niet).

Fantastisch is de in de lengte gekliefde zwevende zwarte zwaan waaruit parels tuimelen. En de ijsbeer als kijkdoos: door de patrijspoort in zijn flank heb je zicht op een sfeervol onderwaterlandschap. Ook bij het vosje dat verliefd in zijn handspiegel kijkt ga je als toeschouwer spontaan je eigen verhaal bedenken.

Lees verder Beauty of the Beast

Vogels huilen niet

Een wilde vogel in een mensenhand. Dat wringt, dat schuurt. De blauwe steriele handschoen maakt het nog erger. Hier klopt iets niet.

De eerste wilde vogels die ik in handen had zal ik nooit vergeten. De diertjes hebben het niet overleefd. De kluten, tureluurs en kemphaantjes waren zwaar verlamde botulisme-slachtoffers – opgeraapt in het wetland waar ik vaak vogels telde.
Je denkt een vogel te kennen – door je verrekijker heb je het dier al zo vaak begluurd. Maar in je hand is alles anders: het is nóg kleiner, nóg lichter, nóg fijner getekend, nóg kwetsbaarder dan je al dacht. En dat ga je de nek omdraaien. Knijp, een snelle draai en een stevige ruk. “Krak”, hoor je. Dat valt nog helemaal niet mee.

Dit verhaal gaat over zieke vogels die een meer hoopvolle behandeling kregen, in het Rotterdams vogelopvangcentrum Vogelklas Karel Schot. Vrijwilliger verzorger én fotografe Anjés Gesink maakte fascinerende vogelportretten van de patiënten. De foto’s bundelde zij in het opmerkelijke boek Vogels huilen niet – klein vogelleed in de grote stad. De paginagrote foto’s van de vogels gaan steeds samen met een nuchtere beschrijving van de geschiedenis van de patiënt, de zorg en de afloop (die lang niet altijd goed is). Lees verder Vogels huilen niet

Nederlandsche Vogelen

Mijn eerste vogelboek  kocht ik veertig jaar geleden.  Zien is kennen! gold toen als het ‘handigste betrouwbare determineerboek in den lande’. Niet dat er veel te kiezen was. De veldgids met gekleurde platen en informatieve tekst moest mij leiden op het modderige pad der veldornithologie. Zelfs met een verrekijker viel het ‘zien’ niet mee: als ik vogels naderde vlogen ze steevast weg, of gingen nog hoger in de boom zitten. En die enkele keer dat ik na veel moeite (of geluk) een dier wél goed in beeld kreeg, bleek het nog een hele kunst het bijpassend plaatje te vinden. Zo duidelijk waren de afbeeldingen en beschrijvingen niet. Ondanks dit matige boekje, heb ik inmiddels toch veel vogelsoorten gezien en leren kennen.

Sinds die achtste druk van Zien is kennen is er een indrukwekkende rij determinatiegidsen en andere vogelboeken verschenen. Hoe ik ook van boeken en vogels houd, ik ben al een poos geleden opgehouden vogelboeken te verzamelen. Mijn kast is vol. Echter mijn nieuwsgierigheid naar nieuwe uitgaven is gebleven.

Zo stuitte ik vorige maand bij mijn boekhandel op de Nederlandsche Vogelen, een boek als een forse stoeptegel  Lees verder Nederlandsche Vogelen