In Park Sonsbeek is afgelopen maand een bonte verzameling kunstwerken ontsproten. De internationale kunstmanifestatie Sonsbeek’16 trekt de te verwachten stroom kunstminnend publiek. Je herkent ze direct aan hun zwarte chique kleding, extravagante brillen en kleurige dassen en tassen. Hun serieuze blik verraadt: ‘Mij maak je niets meer wijs, ik heb (bijna) alles al gezien.’ Ze veinzen geen grote nieuwsgierigheid, toch lopen ze braaf alle creaties af, lezen de toelichting en luisteren beleefd naar de gids. Maar wat er in hun omgaat?
Nee, dan het gewone publiek, dat hier toevallig met de kunstobjecten wordt geconfronteerd. De mensen uit de omringende wijken die hier hun hond uitlaten, de jongeren die op de bankjes chillen, de families op weg naar hun picknickplaats, de scharrelde stelletjes, de spelende kinderen. Die laten allemaal wél luid en duidelijk merken wat de kunst met ze doet.
Dat is precies de bedoeling van de kunstenaars, het gaat hun om de ontmoeting, de interactie.
Dat levert in mijn ogen niet de meest interessante beelden op – want wat moet ik bijvoorbeeld met op het gras uitgespreide witte lappen die volgens de toelichting olifanten moeten voorstellen? – maar wél volop reacties.
In veel gevallen zijn de reacties meer verrassend dan de kunst.
Want zo bijzonder is de kleurrijke kop van de Filipijnse kunstenaar Louie Cordero niet. Ook is zijn vraag om de kop (waarvan voor de helft de huid ontbreekt) met kauwgom af te maken niet echt origineel, al levert het wel mooie situaties op.
Zoals de twee zusjes die met afgrijzen toezien hoe de man (hun vader?) met de vochtige prop tussen zijn vingers maar niet kan beslissen welk deel van de kop hij bedekt, de schone Turkse die wel pap lust van kauwgom, de oude snoepert die – zo lijkt het – een klef stukje van de kop pakt en in zijn mond stopt!
De grootste fans van deze kop zijn trouwens de bijen, die in groot aantal rond en op de plakkerige massa zoemen, zij hebben anders dan ik geen last van de weeë zoete geur.
Is dit nu kunst voor het volk?