Tag archieven: begrazing

Sterven is normaal, ook in Oostvaardersplassen

Met stijgende verbazing heb ik de afgelopen weken de strijd over de grote grazers in de Oostvaardersplassen gevolgd. Niet het dispuut over wel of niet bijvoeren was verrassend, want die discussie wordt al decennia gevoerd zodra er aan het eind van de winter veel dieren sterven. Nee, het was de felheid, de emotie en ongetemde woede van de demonstranten die mij intrigeerde.

De grazers kunnen ’s winters maanden teren op hun dikke speklaag (Oostvaardersplassen).

Nog opzienbarender was het besluit van Provincie Flevoland om direct bij te gaan voeren, terwijl ze toegeeft dat dit de dieren niet helpt. Een fraaie demonstratie van gebrek aan ruggengraat bij de bestuurders, die wel erg snel capituleren onder de intimidaties. Flevoland hoopt zo de ‘maatschappelijke onrust’ te stoppen. Kortom, het bevoegd gezag kiest voor een actie die slecht uitpakt voor de dieren, met als argument: het volk wil het. Dit riekt wel heel erg naar populisme…

Zou het toeval zijn dat een eerdere beslissing met grote negatieve gevolgen voor het functioneren van de Oostvaardersplassen –  namelijk het schrappen van de voorgenomen verbindingszone richting Veluwe (door staatssecretaris Henk Bleker tijdens kabinet Rutte 1 ) –  ook tot stand kwam in populistische sferen?

In de gevoerde discussie vallen mij nog een aantal zaken op:

  • Grazende konik in Oostvaardersplassen.

    Het merkwaardige bondgenootschap van activistische boeren, grofgebekte paardenmeisjes en zeehondenknuffelaars dat met alle geweld wil bijvoeren blijkt onweerstaanbaar voor de Nederlandse media. Hun geschreeuw heeft daardoor een groot bereik.
    Maar dat had de bioscoopfilm Nieuwe Wildernis ook…

  • Deze lawaaierige dierenvrienden verwarren hun gesol met poedels en pony’s, en het slavenregime in de veeteelt met verantwoord faunabeheer.
  • Dit volk heeft echt het contact met de natuur verloren. Komen deze mensen ooit buiten? En beseffen ze wel hoeveel beter de wilde grazers af zijn dan hun eigen gedomesticeerde mormels?
  • Dieren mogen blijkbaar niet sterven, tenzij door het spuitje van de dierenarts of mes van de slager.
  • Ondanks de forse sterfte deze winter is er onder deskundigen onverminderd brede steun voor het door Staatsbosbeheer uitgevoerde begrazingsbeheer van zo weinig mogelijk ingrijpen en zoveel mogelijk ruimtegeven aan natuurlijke processen.
  • Dezelfde deskundigen pleiten keer op keer voor het alsnog realiseren van de verbindingszone naar het Horsterwold, zodat de dieren zich meer kunnen verplaatsen en de variatie in landschap en beschutting beter benutten.

Hoe nu verder?
Lees verder Sterven is normaal, ook in Oostvaardersplassen

Eindelijk wisenten op de Veluwe

Bossen konden mij, jonge bosbouwstudent, niet wild genoeg zijn. De aangeharkte Veluwe was me te min. Nee, mijn mekka lag in het verre oosten, op de grens van Polen en Wit-Rusland om precies te zijn. Het woud van Bialowieza, leerde ik, was nog redelijk ongerept. Zelfs van de bijna uitgestorven wisent liep nog een kudde rond.

Met moeite organiseerde ik midden jaren tachtig een uitnodiging om daar drie maanden te kunnen studeren. En al kwam ik voor de planten, ik moest en zou die magische bosbizon zien.
Mijn eerste kennismaking met het dier kwam sneller dan verwacht: in het restaurant van het zoölogisch instituut. De onderzoeksinstelling bleek de eigenaar van de kudde en omzeilde met eigen kweek de vrijwel lege schappen van de slager (het was crisis in Polen, kort na de staat van beleg). Het lapje vezelig vlees smaakte naar meer.

De gebruikelijke manier om levende exemplaren te zien was een bezoek aan een toeristisch wisentparkje. Maar het stelletje tussen zwaar hekwerk opgesloten dieren kon mij niet bekoren. Ik voelde meer voor een toevallige ontmoeting met een vrijlopende kudde in het bos. Dat viel nog helemaal niet mee. Het woud was groot en begaanbare paden schaars. De safaritochten op mijn vooroorlogse Russische fiets liepen meestal uit op niets.

Soms had ik wél geluk. Zoals die keer toen ik na uren dwalen stuitte op verse keutels en verdacht zware runderodeur. Behoedzaam volgde ik mijn neus, op zoek naar nog meer sporen. Dat bracht me in een dicht lindestruweel. Door de muur van jonge boompjes had ik slechts enkele meters zicht. Nog steeds geen beest te zien.
Lees verder Eindelijk wisenten op de Veluwe

Geëmancipeerde koe

Het seksleven van vrijlevende runderen is spannender dan je zou verwachten. Zo blijken koeien uiterst geëmancipeerd en moeten stieren heel wat uit de kast halen voordat de uitverkoren vrouw ingaat op hun avances.
HvdB20150820-003Het gescharrel der seksen kan ik mooi volgen in mijn achtertuin: nationaal park Veluwezoom. Hier lopen op een duizenden hectare groot bos- en heideterrein enkele honderden Schotse Hooglandrunderen – evenveel koeien als stieren. De volwassen mannen leven het hele jaar gescheiden van de vrouwen. Alleen in augustus, nu dus, zoeken de potente kerels de vrouwen op.

Op een mooie avond, twee weken geleden, was ik getuige hoe vier zeer macho stieren zich op een weitje in het bos uit stonden te sloven: door luid en diep te loeien, met hun voorpoten kuilen te graven en stofwolken op te werpen, en door met hun forse horens boompjes te molesteren. Vooral de dominante stier had het er druk mee. Naast het aftroeven van zijn concurrenten, moest hij ook nog de koe in de gaten houden waarop hij zijn zinnen had gezet. Deze koe ging – alsof er niets aan de hand was – met haar kalf haar eigen weg. De stier had maar te volgen als hij nog een kans wilde maken…HvdB20150820-009

Dat wilde hij zeker. Door regelmatig aan haar vagina te ruiken en haar pis te drinken volgde hij haar cyclus en kwam zo wellicht ook in de juiste mood. Dan zag je hem nagenietend staan: neus in de lucht, opgekrulde bovenlip en geildraaiende ogen.

Vanmorgen was ik opnieuw in het gebied, daar zag ik een volgende fase van de runderbronst.
Lees verder Geëmancipeerde koe

Blij met asfalt

Bah, moet dat nu? Sacherijnig was ik toen ik het plan zag om in het uiterwaardpark waar ik wekelijks kom ‘de recreatieve infrastructuur te verbeteren’. Ik vreesde het ergste: in gedachten zag ik de smalle rommelige dijkjes verdwijnen onder rechtlijnig asfalt. En wat zou er overblijven van de paradijselijke weitjes in het wilgenwoud, waar nu slechts vogels, grazers en bever komen (en ikzelf natuurlijk) als het straks gevangen werd in een fijnmazig padennet?

Ik weet het, Meinerswijk is er ook voor mensen. Bovendien is het geen afgelegen wildernis; het ligt in het hart van de stad, op nog geen tien minuten fietsen van het centraal station. Maar toch…
Het gebied was tot nog toe zo prettig ruig, zo fijn niet-aangeharkt, een tikkeltje avontuurlijk zelfs. Ik kon me hier heel ver weg voelen, maar was feitelijk toch vlakbij mijn huis…

Eind vorig jaar is het asfalt van het nieuwe fietspad uitgerold. Ik geef toe: ik ben aangenaam verrast. Het pad volgt een spannende route en verbindt verschillende uiterwaarden. Hierdoor zijn langs de rivier aantrekkelijke nieuwe fiets- en wandelmogelijkheden ontstaan. Ik maak er regelmatig gebruik. En met mij vele anderen. De Gallowayrunderen tonen zich de meest dankbare gebruikers, ze zijn nauwelijks van het asfalt te slaan!

Meinerswijk heeft gelukkig nog steeds zijn rustige ruige plekken. En ik ervaar dat het asfalt zelfs voordelen heeft: na perioden met veel regen of een hoogwater hoef ik niet meer in hoge laarzen door zompige klei te modderen. Nu wandel of fiets ik ontspannen over het stevige pad terwijl mijn ogen spieden naar vogels in de natte wildernis: blauwe en zilverreigers, aalscholvers ganzen, futen, krakeenden, bergeenden. Overal in de wilgen klein zingend spul. Op een paaltje maakt een koekoek flink kabaal; hoog boven me schroeft een slechtvalk.

Op safari in Zandvoort

Vergeleken met de wisent is het Schotse Hooglandrund een knuffel. Vooral de wisentstier is imposant: 190 centimeter hoog en ruim 800 kilo zwaar. Rennen kunnen ze ook. Met gepast respect betreed ik daarom het met stroomdraad afgezette wisentgebied  Kraansvlak in de Kennemerduinen.

Het is een vreemde sensatie om in een open Hollands duingebied te speuren naar een dier dat ik zo goed ken van de uitgestrekte wouden rond Bialowieza. Daar in Polen zag ik de dieren tussen machtige eiken, linden, fijnsparren en haagbeuken; ze aten boombast, eikels en sappig blad, en knabbelden aan twijgen, paddenstoelen en schaduwgras.
Het duinmilieu is ontegenzeggelijk schraler. Maar ook hier groeien grassen, struiken en bomen. Zelfs meer dan de beheerders lief is. Daarom zijn de wisenten hier naar toe gehaald. Hun vreterij moet voorkomen dat het duin dichtgroeit.

Wetenschappers en beheerders volgen het tienjarig experiment met de Europese neef van de bison met grote interesse. Want over de rol van de wisent in het ecosysteem is nog weinig bekend. Niet vreemd als je weet dat de wisent een eeuw geleden in het wild was uitgestorven…
Een fokprogramma met de 56 exemplaren die resteerden in dierentuinen heeft de soort gered. Wereldwijd zijn er nu weer 5000 wisenten. Lang niet alle dieren leven in het wild. Zelfs de kudde in Bialowieza wordt ’s winters bijgevoerd.

Op zoek dus naar het grootste wilde dier dat in de Nederlandse natuur rondloopt. Lees verder Op safari in Zandvoort