Tag archieven: Wadden

Wad – verrassende film over ons belangrijkste natuurgebied

Een kaarsrechte horizon, daarboven lucht, eronder een uitgestrekte vlakte die afhankelijk van het getij uit water dan wel uit modderig zand bestaat. Je zou het waddenlandschap saai kunnen noemen.

Maar wie verder kijkt dan zijn neus lang is, ziet dat die ondiepe zee/moddervlakte boordevol leven zit. Het is de kraamkamer van de Noordzee. Niet toevallig komen miljoenen trekvogels hier jaarlijks bijtanken tijdens hun gevaarlijke reis tussen noord en zuid. En die lucht… Altijd in beweging en altijd weer anders dan je hem eerder zag.

De wolkenpartijen en het schitterende licht, ik kan er eindeloos naar blijven kijken. Net als naar de vogels die altijd wel ergens het wijde blikveld verfraaien. Met wat geduld en een verrekijker zie je ook steeds vaker zeehonden de horizon doorbreken.
Al decennia is het Waddengebied mijn favoriete natuurgebied: het is Nederland op zijn mooist en onze natuur op zijn wildst.

Voedselzoekende slobeenden op winters wad

Die ‘verliefdheid’ op het waddengebied, maakt dat ik met een mengeling van nieuwsgierigheid en argwaan naar de nieuwe film Wad van natuurfilmer Ruben Smit ben gaan kijken. Want natuurfilms van gebieden die mij dierbaar zijn vallen meestal tegen.

In deze film gelukkig geen sentimentele verhaallijnen rond aaibare dieren, maar in plaats daarvan veel aandacht voor de oerkrachten achter dit dynamische landschap.
Lees verder Wad – verrassende film over ons belangrijkste natuurgebied

Levende duinen

Als een bergmassief torent het duin uit boven de platte strandvlakte. Wit zand steekt scherp af tegen de blauwe lucht, het doet me denken aan besneeuwd hooggebergte. Terwijl ik langzaam nader groeit de berg groter en hoger. Natuurlijk wil ik naar de top!

Levend duin tussen paal 3-1 op Noordsvaarder, TerschellingDe klauterpartij in het rulle zand valt niet mee, de zandwand blijkt hoger en steiler dan het beneden leek. Mijn jas gaat open, muts af en handschoenen uit – ondanks de vrieskou. Puffend kom ik hoger, mijn uitzicht groeit. Vanaf de afgeplatte top zie ik beneden me de strandvlakte van de Noordsvaarder, daarachter het bos bij West-Terschelling, natuurlijk de vuurtoren en nog weer verder een strookje Waddenzee.

Als ik me omdraai ligt de Noordzee aan mijn voeten. Groepen van honderden eidereenden dobberen op plekken waar de branding net wat rustiger is. Aan de horizon is het een komen en gaan van blokkendozen (containerschepen) en koelkasten (autoschepen).

Helm groeit op dit duin niet veel, valt me op als ik enkele kilometers over de zandrug loop. Ik zie wel vers opgestoven heuvels en kolossale kuilen waar zand uitgestoven is. Gelukkig is het vandaag windstil, want anders zou ik hier gezandstraald worden. Dit is nu hoe duinen voor mij horen te zijn: levend, altijd in beweging.

Hoe anders waren de duinen uit mijn jeugd: kaarsrechte dijken van zand, met helm beplant en overal prikkeldraad en bordjes ‘verboden toegang’. Vanzelfsprekend was struinen taboe. Ook de schaarse paden waren met draad en hekwerk omgeven. Toch hield ik toen al van duinen. Ik wist niet beter. Al voelde het nooit echt prettig, dat strakke keurslijf.

Levend duin aan begin van Boschplaat, tussen paal 19-20Nu weet ik wat ik toen miste: vrijheid, wildheid, natuurlijkheid – beter gezegd: leven.
Op Terschelling (en andere plaatsen aan de kust) vind je tegenwoordig gelukkig steeds meer van dit soort levende duinen. Duinen waar het zand mag stuiven. Waar je spontane duinvorming ziet naast erosiekuilen. De leek denkt bij dergelijke ‘wilde’ zones wellicht aan achterstallig onderhoud. Het is echter hoogst innovatief kustbeheer!

Lees verder Levende duinen

Oostpunt van Terschelling

Het eiland vraagt erom veroverd te worden, elk bezoek opnieuw. Vanaf de boot zie ik Terschelling lang uitgestrekt naar me lonken.  Vol verwachting.
In het zicht van de haven neemt mijn onrust toe. Na zoveel bezoeken, zoveel ervaringen en zoveel mooie herinneringen: waar te beginnen? Mijn tijd is beperkt…

Pas na een lange verkennende fietstocht land ik en kom ik tot rust.
Ik zie de gerafelde duinkammen, de strandvlakte van de Noordsvaarder, de kale groene Waddendijk, de brand- en rotganzen in de winterse polder, de dorpen en in de verte de belofte van de Boschplaat.
Ik zie het en het is goed. Toch weer mooier dan ik in mijn hoofd had.

In de dagen die volgen komt de verdieping, dan concentreer ik me op plaatsen waar echt veel te beleven valt. Mijn favoriet is een struintocht naar het oostpunt, naar het Amelandergat. Voor mij een van de wildste en mooiste plekken van ons land. Ik ken nauwelijks andere plaatsen waar de oerkrachten water en wind zó vrijspel krijgen en de mensenhand vrijwel ontbreekt.

HvdB20160217-007Vandaag is het helaas niet de rustigste bestemming: want al zie ik onderweg nog geen handvol fietsers en wandelaars, auto’s des te meer. Op het strand nota bene! Het zou verboden moeten worden, dit primitieve cowboygedrag van de eilanders. Ze kunnen best lopen.

Desondanks heb ik een spectaculaire ontmoeting met een kritische rustzoeker op het strand: een jonge zeehond. Topfit, levendig en nieuwsgierig bekijkt het de fotograaf. Zo dichtbij zag ik het roofdier nog nooit.
Wéér een reden om bij een volgend bezoek opnieuw naar deze uithoek te gaan.

Zeehondensafari

Je zult mij niet snel betrappen als deelnemer van een natuurexcursie. Liever mijd ik de kudde en zoek mijn eigen weg. Toch stapte ik onlangs in Ameland aan boord van een speciale boot die mij en mijn gezelschap dichtbij de zeehonden moest brengen. Ik hoopte dat ik ons familieclubje hiermee plezier zou doen: op deze manier konden we de Wadden beleven zonder dat het opnieuw zou leiden tot een natgetrapte rug of pijnlijke voeten.

Gelukkig was het weer niet al te zonnig en stond er een straffe wind, daardoor was de boot niet afgeladen vol. Tijdens de regelmatige rukwinden hadden de lege loungebanken alle ruimte om spontaan over het dek te schuiven. Dat deden ze dan ook.

Zeehonden (vooral gewone) op zandplaat tussen Ameland en TerscheDe zeehonden troffen we aan op de uitgestrekte zandplaten tussen Ameland en Terschelling. Tijdens hoogwater zie je weinig van de platen. Zodra de platen met eb droogvallen, schuifelen de zeehonden aan land om te rusten en te dutten. Van grote afstand zie je ze dan al liggen – ongesorteerde sigaren. Urenlang .  Ze hebben weinig tijd nodig om hun maaltijd bij elkaar te vissen.

Zeehonden (vooral gewone) op zandplaat tussen Ameland en Tersche
Gewone zeehond (vrouw met jong)

Voor mij was het een nieuwe ervaring om nu eens dichtbij rustende zeehonden te komen. Het viel me niet tegen dat de dieren – ondanks het gemanoeuvreer van de boot vlak voor hun neus – zo rustig bleven. Ze waren oplettend nieuwsgierig, maar al gauw negeerden ze ons. Een kleine 200 exemplaren telde ik met mijn verrekijker, vrijwel allemaal gewone zeehonden en slechts enkele grijze zeehonden – de 2x zo grote neef, die de laatste decennia ook in grote aantallen in de Waddenzee leeft.

Zeehonden (vooral gewone) op zandplaat tussen Ameland en Tersche
Grijze zeehond (man)

Aan niets was te merken dat de zeehonden last hadden van de heftige wind waardoor ze gezandstraald werden. Toch handig zo’n dikke pels. Ze lagen er tevreden en relaxed bij.

Lees verder Zeehondensafari

Chinese toestanden boven Groningen

Van een afstand lijkt het in Nederland zo mooi geregeld: ons bestuur en het hele democratische proces. We worden goed geïnformeerd, hebben inspraak in de besluitvorming en de overheid waakt over ons welzijn en veiligheid – denken we.

Totdat de aarde begint te beven en trillen, zoals boven de Groningse aardgasbel gebeurde. Dan blijkt deze ver van Den Haag gelegen provincie een ordinair wingewest, een kolonie. De veiligheid van de bevolking boeit de energiebaronnen niet het minst. Het verantwoordelijke ministerie, EZ, zou het liefst de andere kant op blijven kijken: “Oef, die lastige Groningers gaan ons geld kosten.”
China lijkt ineens een stuk dichterbij.

Nu dreigen op en rond Terschelling ook boortorens te verrijzen, en op Schiermonnikoog, en op Ameland wordt mogelijk de gaswinning uitgebreid.
Nu denk je misschien dat de Wadden – Nederlands veruit belangrijkste natuurgebied –  goed beschermd is. Was dat maar zo. Zelfs de UNESCO-status van Werelderfgoed biedt geen garanties.

En weet je welk ministerie waakt over de natuur in ons land?
Inderdaad, dat is Economische Zaken.

Grijze zeehond, terug van weggeweest

Het gaat weer goed met de grijze zeehond. Van deze grote viseter zijn de afgelopen wintermaanden weer honderden jongen geboren.
De grijze zeehond was in Nederland eeuwen uitgestorven, door stroperij en jacht. De pups zijn voor jagers ook wel een erg gemakkelijke prooi. Want na hun geboorte liggen ze in hun mooie witte vacht een aantal weken hulpeloos op het strand. Heel anders dan bij de gewone zeehond, die ’s zomers ter wereld komt. Daar blijft de baby bij de moeder, ook als zij het water in gaat.

Tot honderd jaar geleden werd de grijze zeehond vervolgd. Alleen op afgelegen eilandjes in Schotland waren de dieren veilig. De redding kwam in 1914. Toen kreeg de soort wettelijke bescherming. Vanaf dat moment breidt het aantal dieren zich langzaam uit.

Vliegende start
In ons land werden in 1985 weer jonge grijze zeehonden geboren – voor het eerst sinds de Middeleeuwen. De nieuwe kolonie ligt op een hoge zandbank, tussen Vlieland en Terschelling. Al in 2013 zwommen er in de Waddenzee meer dan drieduizend dieren! Spectaculair, zo’n snel herstel, zeggen de biologen die de zeehonden al jaren volgen. Ook in de Zeeuwse Delta tellen zij steeds meer dieren. Blijkbaar is er voldoende voedsel en rust. Nu maar hopen dat dit ook in de toekomst zo blijft.

Twee soorten zeehonden
Naast de grijze zeehond hebben we in Nederland ook de gewone zeehond. Beide soorten leven in dezelfde gebieden. Verwisseling is dus mogelijk. Toch zijn ze best uit elkaar te houden.
Lees verder Grijze zeehond, terug van weggeweest

Vogelpootje op de dijk

Een dag zonder kleur. Het miezert. Links ligt de kwelder, rechts de polder en ik loop op de groene dijk daartussenin. De regen en de grauwsluier over het landschap maken dat mijn blik steeds dichter bij mijn laarzen komt.
Ineens ligt het daar: een vogelpootje. Een vrij lang, zwartig pootje – als een takje met een flauwe knik. Zonder vogellijfje, nog geen veertje in de buurt. Zonder het aluminiumringetje had ik het nooit gezien.

Ik wurm het smalle ringetje van de poot, wat pas lukt als ik het pootje breek. Ik schrik zelf van het droge ‘krak’. Schichtig kijk ik om me heen, bang voor getuigen bij deze lompe daad. De slechtvalk, die wat verder op een paal zat, scheert weg. Last van schuldgevoel?

Met een loep ontcijfer ik thuis de code op de ring. Lees verder Vogelpootje op de dijk