Categorie archieven: dieren

update slakkenoorlog

Hier een terugmelding van het front. Aan allen die met ons meeleven, hoe wij ‘s nachts wakker gehouden worden door synchroon raspende naaktslaktandjes, klinkend vanuit voor- en achtertuin.
In mijn vorige bericht over onze oorlog met deze glibberige veelvraat beschreef ik dat vrouwlief was overgegaan tot het vangen. De afgelopen maand leegde zij liefdevol talrijke emmers met levende inhoud in het sappig begroeide spoorwegtalud.

Ik kan niet zeggen dat het een succes was, want de emigratie van ruim 1000 diertjes is de tuin niet aan te zien. Nog steeds is het daar ’s ochtends een drukte van belang. Aan de andere kant: wat zou er gebeurd zijn zonder deze actie? Dan kropen de slakken misschien wel rond ons bed!

In elk geval vrouwlief vond het tijd voor meer effectieve alternatieven. Ook biologisch, dat spreekt. Een behulpzaam nichtje uit Vlaanderen gaf een veelbelovende tip. Sinds gisteren vangen we dus met  Leffe, een badje Leffe Bruin om precies te zijn. Deze geïntegreerde bestrijding – want we vangen ook nog steeds  gewoon ‘droog’ – lijkt te werken: de emmer vanmorgen was driedubbel zo gevuld.

Dat de bierval diervriendelijk is, durf ik niet te zeggen: veel beweging was er niet in de emmer. De dieren waren naast zwaar gedrogeerd, mogelijk al verzopen…
Maar dat mag de pret niet drukken. Vrouwlief stapt weer vrolijk door de tuin.
Dat zal niet alleen door de trappistennevel zijn.

Vogel des Vaderlands

Vreemd eigenlijk dat lezers van Trouw de grutto hebben uitgekozen tot Vogel des Vaderlands. Want het dier is maar een klein deel van het jaar in ons kikkerland. Meestal verblijft het in Verweggiestan.
Hoezo des vaderlands?
Nog opmerkelijker aan de keuze: het dier is hard op weg om in ons land uit te sterven – immers onze boeren doen er alles aan om de sierlijke weidevogel te verhongeren dan wel met hun maaimachines in mootjes te hakken. Over vijftig jaar kennen jonge Nederlanders deze Vogel des Vaderlands alleen nog maar van plaatjes, en natuurlijk de droevige nostalgische verhalen van opa. “Toen ik nog jong was…” De grutto is een icoon van een hier bijna verdwenen landschap: het natte grazige veenweidegebied, met zijn brede schone sloten, bloemen, luidruchtige vogels en natuurlijk koeien, overal koeien.

Nu heb ik niets tegen de grutto. Integendeel. Het is een prachtig en interessant beest. Ik vind het verschrikkelijk dat ik elk jaar weer meer moeite moet doen om deze vroeger zo algemene vogel te zien. Gelukkig hebben we diergaarde Blijdorp nog. Daar in de grote kooi kan geen boer met trekker komen. Ook blijven ze na de zomer in Rotterdam. Dus hongerige Afrikaantjes of Maltezer jagers vormen voor deze exemplaren geen bedreiging.

Maar waarom kiezen mensen liever een bijna-uitgestorven icoon dan een óók karakteristieke vogelsoort die het in ons land nog wél een poosje volhoudt? Keuze genoeg.

De koekoek bijvoorbeeld. Dit gekke beest voedt zich met harige rupsen en heeft zich evolutionair ontwikkeld tot een asociaal wezen dat per broedseizoen wel 20 zangvogelfamilies kan terroriseren. De koekoek komt hier mee weg! Daar zullen heel wat hardwerkende Nederlanders jaloers op zijn…

De fuut, die prachtige en zó Hollandse watervogel. Lees verder Vogel des Vaderlands

Onze merel en het moordwijf van schuinboven

Precies een jaar geleden was het, ik zal het niet snel vergeten. Toen hipte dit mereltje plotsklaps rond in onze tuin. Net uit het nest, nog niet in staat om te vliegen, bekeek het de wereld met grote onbevangen ogen. Zich niet bewust van goed en kwaad.

Pa en ma merel deden hun uiterste best hun kind wat overlevingswijsheid bij te brengen. Daar kan je in deze grote gevaarlijke stad niet vroeg genoeg mee beginnen. De zorgzame ouders hanteerden een gevarieerd arsenaal aan piepjes en kreten  om hun peuter bij te sturen. Met wisselend succes. Want wat begrijpt zo’n uk van volwassen-mereltaal? Daarbij, het zelf ontdekken van de nieuwe wereld vereist alle aandacht.

HvdB20150601-002aVanaf de grond ziet die plantenjungle er natuurlijk vreselijk spannend uit. Bodembedekkers worden bosschages en struikjes heuse woudreuzen. Wat kronkelen daar voor roze beestjes en waarom spettert dat kleine vogeltje in het water?

En wat stormt daar op die smalle plank naar beneden?

Lees verder Onze merel en het moordwijf van schuinboven

Oorlogsgebied

Onze tuin heeft twee gezichten. Kijk je oppervlakkig dan zie je een bonte bloemenzee op een tapijt van tig tinten groen.
Achtertuin BetuwestraatDit is het uitzicht waar wij zo van genieten, vanuit huis en vanaf veranda – wij kunnen er niet genoeg van krijgen. Laat het altijd mei zijn!

Maar onder die kleurige oppervlakte heerst terreur en woedt een heimelijke oorlog.
Niks vrolijkheid, het is een regelrechte tragedie. ’s Nachts komen ze tevoorschijn, met honderden, wat zeg ik, duizenden!
In ongeregelde formatie rukt het glibberige leger op naar onze planten. Het tuig weet precies wat ons het dierbaarst is, daar gaan ze het eerst op af: de net geplante kruiden, de bontst bloeiende bloemen.

Door naaktslakken aangevreten blad van smeerwortel in tuinAls je goed luistert hoor je duizenden tandjes raspen, stukken blad en stengel ploffen op de grond. Dat trekt de aandacht van nog meer hongerig krijgers die met bloeddoorlopen ogen op steeltjes uit holen en spleten kruipen. Ze trekken een spoor van dood en vernieling, dat ze achteloos bedekken met spottend slijm.

Vrouwlief kon het niet langer aanzien en heeft de tegenaanval geopend. Vroeg in de ochtend, als de bodem nog vochtig is, gaat zij op jacht. Met emmer en schopje volgt zij de glimmende sporen. De roodbruine soldaten liggen nog slaapdronken uit te buiken, te vadsig om te vluchten. Plop, plop, plop klinkt het in de emmer. De eerste vijftig zijn vlot gearresteerd. Maar dan?

Lees verder Oorlogsgebied

Onderweg in Israël

Genietend van de krachtige lentezon en het exotische landschap van getijdenpoeltjes en witte krijtrotsen tegen een strak blauwe lucht hoorde ik ineens een vertrouwd gekwetter: een groepje boerenzwaluwen dat de kustlijn volgde naar het noorden.
IMG_2531Dat was precies twee weken geleden, aan de Israëlische Middellandse Zee, vlakbij de grens met Libanon. Die middag zag en hoorde ik nog veel meer boerenzwaluwen; ze vlogen opvallend gericht – zeg maar gehaast. Overduidelijk vogels die in Afrika overwinterd hadden en die nu terugkeerden naar hun broedgebied in Europa, misschien wel naar Nederland…

De meeste vogels steken niet graag grote watervlaktes over, zij volgen veel liever de kust. Dat is veiliger. Om de omweg niet al te groot te maken vliegen zij scherp aan de kust, dat is bovendien gemakkelijker navigeren. IMG_2490De vele miljoenen vogels die jaarlijks tussen Afrika en Europa trekken kiezen bij de Middellandse Zee voor een westelijke (via Gibraltar) dan wel een oostelijke route. Omdat de vogels bij voorkeur ook niet over de (Syrische) woestijn vliegen vernauwt de oostelijke trekbaan zich boven Israël tot een smalle strook.

Het noord-zuid georiënteerde dal van de Jordaan is voor veel vogels een favoriete reisroute. In dit vruchtbare gebied vinden zij voedsel, dekking en water – dat geeft ze gelegenheid om even bij te tanken of uit te rusten op hun lange reis. Tweemaal per jaar persen zich 500 miljoen vogels door deze groene vlakte die begrensd wordt door de bergruggen van Galilea en de Golan. Na de stichting van de staat Israël zijn hier met grote ijver wetlands drooggelegd, voor de landbouw en tegen de malaria. Maar gelukkig zijn enkele kleine gebieden gespaard. Natuurgebieden waar in deze tijd van het jaar naast broedvogels ook veel trekvogels gebruik van maken. Dat wilde ik natuurlijk wel eens zien.

Hula
Het bezoekerscentrum van natuurpark Hula Agamon Lake had door de drukte en vele kraampjes veel weg van een markt. Mensen die het uitgestrekte park in wilden verdrongen zich bij de elektrische golfwagentjes, de vele soorten fietsen en de excursiebussen. Wij vielen uit de toon omdat we besloten te gaan lopen. De eerste kilometers liepen we langs strakke landbouwpercelen. Maar niet getreurd, want ik zag op de akkers sporenkievit, in de sloten kleine zilverreiger en in de lucht hoorde ik de bibberende roep van de regenwulp en het gejubel van de veldleeuwerik. Het meest weldadig was echter de overrompelende stilte. Stel je eens voor, regelmatig hoorde ik niets: geen auto, geen machine, geen geroep, nog geen geritsel – alsof er iets mis was met mijn oren. Door die stilte merkte ik direct dat er hoog boven onze hoofden iets sensationeels stond te gebeuren.

Lees verder Onderweg in Israël

Spetter oranje in zwart-witlandschap

De wind snijdt in mijn gezicht, gaat dwars door mijn jas. Miljoenen sneeuwvlokjes trekken witte draden over het zand, prikken in mijn ogen. Achter de wapperende vitrage markeren grauwwitte ijsschotsen de vloedlijn, zo ver het oog reikt.

Is dit werkelijk Nederland?
Het brede strand is verlaten – ongastvrij onder loodzware wolken.
Zelfs geen vogel laat zich zien in deze ijzige wereld.
Of toch?

In de luwte van een ijsklomp ligt een donkere bol. Gitzwart fluweel, zie ik als ik dichtbij ben. De hoge brede snavel verrast me: zwart met een feloranje vlek. Eindelijk een spetter kleur in dit troosteloze zwart-witlandschap.

Onbewogen kijkt de zwarte zee-eend naar me op. Ondoorgrondelijk taxeren de dieppaarse ogen mijn reusachtige lijf.
Betekent zijn rust vertrouwen, of is het berusting? Ligt die linkerpoot daar half onder zijn vleugel vanwege de kou, of is het gebroken? Is dit zijn eindstation of slechts een tussenstop?

In verwarring loop ik verder. Als ik later omkijk is er geen spetter oranje meer te zien.

HvdB20100218-007

 

 

Komt dit verhaal je bekend voor? Dat kan, het stond in de onvolprezen Natuurscheurkalender 2013. Op mijn website vind je meer korte natuurverhalen.

Grijze zeehond, terug van weggeweest

Het gaat weer goed met de grijze zeehond. Van deze grote viseter zijn de afgelopen wintermaanden weer honderden jongen geboren.
De grijze zeehond was in Nederland eeuwen uitgestorven, door stroperij en jacht. De pups zijn voor jagers ook wel een erg gemakkelijke prooi. Want na hun geboorte liggen ze in hun mooie witte vacht een aantal weken hulpeloos op het strand. Heel anders dan bij de gewone zeehond, die ’s zomers ter wereld komt. Daar blijft de baby bij de moeder, ook als zij het water in gaat.

Tot honderd jaar geleden werd de grijze zeehond vervolgd. Alleen op afgelegen eilandjes in Schotland waren de dieren veilig. De redding kwam in 1914. Toen kreeg de soort wettelijke bescherming. Vanaf dat moment breidt het aantal dieren zich langzaam uit.

Vliegende start
In ons land werden in 1985 weer jonge grijze zeehonden geboren – voor het eerst sinds de Middeleeuwen. De nieuwe kolonie ligt op een hoge zandbank, tussen Vlieland en Terschelling. Al in 2013 zwommen er in de Waddenzee meer dan drieduizend dieren! Spectaculair, zo’n snel herstel, zeggen de biologen die de zeehonden al jaren volgen. Ook in de Zeeuwse Delta tellen zij steeds meer dieren. Blijkbaar is er voldoende voedsel en rust. Nu maar hopen dat dit ook in de toekomst zo blijft.

Twee soorten zeehonden
Naast de grijze zeehond hebben we in Nederland ook de gewone zeehond. Beide soorten leven in dezelfde gebieden. Verwisseling is dus mogelijk. Toch zijn ze best uit elkaar te houden.
Lees verder Grijze zeehond, terug van weggeweest

Dilemma: voeren of niet?

In deze winter die maar geen winter wil worden discussiëren vogelvrienden weer over de zin en onzin van het voeren van vogels.
Tegenstanders van voeren zeggen: zeker in deze kwakkelwinter hebben vogels die extra voedingsstoffen helemaal niet nodig.
Stoppen dus.
Voorstanders echter beweren dat vogels het tegenwoordig zó moeilijk hebben, dat we ze met voer moeten helpen om te overleven – niet alleen ’s winters, maar gedurende het hele jaar.

Wat ik ervan vind?
Mijn gezonde verstand zegt: blijf dicht bij de natuur en ga terughoudend om met voer. Vogels hebben het miljoenen jaren kunnen redden zonder vetbollen, vogelpindakaas en Premium zonnebloempitten.
In plaats van ze te voeden vanuit potjes en zakjes is het zinvoller de ‘natuurlijke’ leefomgeving van de vogels te verbeteren. Als je een tuin hebt – mooi – zorg dan voor veel variatie in groen: voor besdragers en planten met veel zaden, voor scharrelhoekjes, voor muren met kamperfoelie en klimop (goed voor insecten, bessen én nestplaatsen).

Veel mogelijkheden liggen op straat: bij boomspiegels, overhoekjes of de grote oppervlakte die nu door trottoirs en parkeerplaatsen wordt opgeslokt. Wees burgerlijk ongehoorzaam en maak tuintjes van die kale boomspiegels: plant en zaai. Lees verder Dilemma: voeren of niet?

Beauty of the Beast

Een vos met opengesperde bek als handtas; twee met edelstenen belegde ratten op het hoofd van een mooie vrouw. De foto’s op de uitnodiging van Museum Arnhem intrigeren. De nieuwe expositie gaat over sieraden en andere kunstvoorwerpen van opgezette dieren. Nu heb ik weinig met sieraden, maar des te meer met dieren.
Ik besloot me te laten verrassen.

Toch ging ik met ambivalente gevoelens naar het museum. Want opgezette dieren zijn vaak vaal, stoffig en pluizig – zoveel minder fraai dan in de natuur. Ook weet ik maar al te goed dat ruim een eeuw geleden de hype van uitbundige bevederde dameshoedjes heel wat vogelsoorten bijna heeft uitgeroeid.

Taxidermie (het opzetten van dode dieren) is weer hot, leer ik in het HvdB20150123-003museum. En het zijn vooral vrouwelijke kunstenaars die het doen. Hun materiaal bestaat uit verkeersslachtoffers, slachtafval, of overleden (huis)dieren – zeggen ze. Naar hartenlust voegen ze daar edelstenen, goud, zilver en kunststoffen aan toe. Zij maken niet alleen voor het mooie, maar ook uit maatschappijkritiek – daarom vinden sommigen het ook belangrijk te vermelden dat ze vegetariër zijn. (Dat was Rembrandt vast niet).

Fantastisch is de in de lengte gekliefde zwevende zwarte zwaan waaruit parels tuimelen. En de ijsbeer als kijkdoos: door de patrijspoort in zijn flank heb je zicht op een sfeervol onderwaterlandschap. Ook bij het vosje dat verliefd in zijn handspiegel kijkt ga je als toeschouwer spontaan je eigen verhaal bedenken.

Lees verder Beauty of the Beast

Vogelpootje op de dijk

Een dag zonder kleur. Het miezert. Links ligt de kwelder, rechts de polder en ik loop op de groene dijk daartussenin. De regen en de grauwsluier over het landschap maken dat mijn blik steeds dichter bij mijn laarzen komt.
Ineens ligt het daar: een vogelpootje. Een vrij lang, zwartig pootje – als een takje met een flauwe knik. Zonder vogellijfje, nog geen veertje in de buurt. Zonder het aluminiumringetje had ik het nooit gezien.

Ik wurm het smalle ringetje van de poot, wat pas lukt als ik het pootje breek. Ik schrik zelf van het droge ‘krak’. Schichtig kijk ik om me heen, bang voor getuigen bij deze lompe daad. De slechtvalk, die wat verder op een paal zat, scheert weg. Last van schuldgevoel?

Met een loep ontcijfer ik thuis de code op de ring. Lees verder Vogelpootje op de dijk