Vreemd eigenlijk dat lezers van Trouw de grutto hebben uitgekozen tot Vogel des Vaderlands. Want het dier is maar een klein deel van het jaar in ons kikkerland. Meestal verblijft het in Verweggiestan.
Hoezo des vaderlands?
Nog opmerkelijker aan de keuze: het dier is hard op weg om in ons land uit te sterven – immers onze boeren doen er alles aan om de sierlijke weidevogel te verhongeren dan wel met hun maaimachines in mootjes te hakken. Over vijftig jaar kennen jonge Nederlanders deze Vogel des Vaderlands alleen nog maar van plaatjes, en natuurlijk de droevige nostalgische verhalen van opa. “Toen ik nog jong was…” De grutto is een icoon van een hier bijna verdwenen landschap: het natte grazige veenweidegebied, met zijn brede schone sloten, bloemen, luidruchtige vogels en natuurlijk koeien, overal koeien.
Nu heb ik niets tegen de grutto. Integendeel. Het is een prachtig en interessant beest. Ik vind het verschrikkelijk dat ik elk jaar weer meer moeite moet doen om deze vroeger zo algemene vogel te zien. Gelukkig hebben we diergaarde Blijdorp nog. Daar in de grote kooi kan geen boer met trekker komen. Ook blijven ze na de zomer in Rotterdam. Dus hongerige Afrikaantjes of Maltezer jagers vormen voor deze exemplaren geen bedreiging.
Maar waarom kiezen mensen liever een bijna-uitgestorven icoon dan een óók karakteristieke vogelsoort die het in ons land nog wél een poosje volhoudt? Keuze genoeg.
De koekoek bijvoorbeeld. Dit gekke beest voedt zich met harige rupsen en heeft zich evolutionair ontwikkeld tot een asociaal wezen dat per broedseizoen wel 20 zangvogelfamilies kan terroriseren. De koekoek komt hier mee weg! Daar zullen heel wat hardwerkende Nederlanders jaloers op zijn…
De fuut, die prachtige en zó Hollandse watervogel.
En wat vind je van de winterkoning. Houdt ons het hele jaar gezelschap, is in elke tuin te vinden. Vocaal een heerlijke kleine opdonder – past ook wel weer erg goed bij de Nederlander.
Laat ik de merel niet vergeten. Onze mooiste en ijverigste zanger die er niet voor terugschrikt om ook de meest treurige stadswijken op te vrolijken met welluidende balades.
En dan die brutale gifgroene halsbandparkiet. Een lawaaierige nieuwkomer die zich in de Randstad al goed ingeburgerd heeft (daar mag-ie van mij trouwens best blijven). Brengt letterlijk leven in de brouwerij. Van deze soort gaan we nog veel horen.
Persoonlijk heb ik een groot zwak voor de spreeuw. Een geweldige imitator, van roestig tuinhek tot fietsbel, van wielewaal tot grutto. En als je – net als ik– wel eens tienduizenden spreeuwen hoog in de lucht hebt zien dansen rond hun slaapplaats, dan denk je niet meer aan andere vogels. Van volksjongen tot ballerinus, dat willen we toch allemaal?
Ik ben trouwens wel erg benieuwd welke Vogel des Vaderlands de lezers van deze blog zouden kiezen…
Voor mij is de koolmees de vogel des vaderlands, in iedere beetje tuin aanwezig , is niet schuw en geef je veel kijkplezier vooral wanneer je voedsel hebt hangen,en ze weten jouw tuin altijd te vinden!
Nou ome Hans, ik stem voor de Merel !
Ik word er mee wakker, zeer vaak veeul te vroeg, en in de schemering is hij er weer en wederom een genot om naar te luisteren. Er is er bij onszelfs eentje die een mobiele telefoon imiteert ! Maar in alle buitenlanden mis ik hun gezang.
Besef dat elke keer weer in eigen tuin.
Voor mij dus bij uitstek dé vogel van thuis en vaderland.