Onze tuin heeft twee gezichten. Kijk je oppervlakkig dan zie je een bonte bloemenzee op een tapijt van tig tinten groen.
Dit is het uitzicht waar wij zo van genieten, vanuit huis en vanaf veranda – wij kunnen er niet genoeg van krijgen. Laat het altijd mei zijn!
Maar onder die kleurige oppervlakte heerst terreur en woedt een heimelijke oorlog.
Niks vrolijkheid, het is een regelrechte tragedie. ’s Nachts komen ze tevoorschijn, met honderden, wat zeg ik, duizenden!
In ongeregelde formatie rukt het glibberige leger op naar onze planten. Het tuig weet precies wat ons het dierbaarst is, daar gaan ze het eerst op af: de net geplante kruiden, de bontst bloeiende bloemen.
Als je goed luistert hoor je duizenden tandjes raspen, stukken blad en stengel ploffen op de grond. Dat trekt de aandacht van nog meer hongerig krijgers die met bloeddoorlopen ogen op steeltjes uit holen en spleten kruipen. Ze trekken een spoor van dood en vernieling, dat ze achteloos bedekken met spottend slijm.
Vrouwlief kon het niet langer aanzien en heeft de tegenaanval geopend. Vroeg in de ochtend, als de bodem nog vochtig is, gaat zij op jacht. Met emmer en schopje volgt zij de glimmende sporen. De roodbruine soldaten liggen nog slaapdronken uit te buiken, te vadsig om te vluchten. Plop, plop, plop klinkt het in de emmer. De eerste vijftig zijn vlot gearresteerd. Maar dan?
Gewetensbezwaren staan het simpel verzuipen in de weg; met heggenschaar in tweeën delen (zoals Oostenrijkse vakantievriend Willy deed) is ook zo wat. Help, wat moeten we met al die naaktslakken!? Wie helpt ons van de Arion rufus (grote wegslak) af? Wie lust ze, rauw of gebakken? Of heeft nog iemand plek in zijn tuin voor asielzoekers – ze zullen toch wel ergens goed voor zijn?
Naschrift: Wikipedia stemt ons niet gerust: een naaktslak legt gemiddeld 500 eitjes en slechts 10 procent van de diertjes beweegt zich bovengronds.
Ohhh hoe herkenbaar ! Gelukkig niet in onze tuin, nee bij ons is het slechts de behuisde variant die ons het leven zuur maakt.
Maar enkele jaren terug na een regenachtige nacht in Frankrijk met Eend en tent, zijn we de volgende ochtend gevlucht na een werkelijke aanval op lijf en leden. Honderden, misschien wel meer, waren het er. De een nog groter dan de ander in een fel oranje uniform. Ze marcheerde als een waar legioen met z’n allen (inclusief een niet te verwijderen slijmspoor) over, onder en door onze tent. Het jaar erop vonden we ze nog terug bij het wederom opzetten van de tent. Overigens toen gelukkig onschadelijk en veilig gemummificeerd. Sterkte ermee ! Groet
Oh ja, en trouwens, vrouwlief heb geen gewetensbezwaar ! Hebben zij ook geen last van tenslotte. En waar ze nou echt goed voor zijn… Ik kan het zo gauw niet bedenken… En als er al iets was dan hoeft dat vast niet met zo velen. Ik zeg minder minder. Hopla door de plee ermee. 😉
Wat voel ik met jullie mee.
Al jarenlang voer ik strijd om mijn tedere opgekweekte planten te redden van die vieze naaktslakken.
In de avond en vroege morgen, maar ook bij regenachtig weer, moet ik naar buiten en in actie.
Mijn oorlog is nu zo wreed geworden dat ik met mijn schoen het beest fijn wrijf op het tuinpad.
Daarnaast volg ik de methode Maarten ’t Hart: Extra veel planten neerzetten in de hoop zelf iets over te houden.
Succes met de strijd.
Als iedereen zich inzet moeten we toch een keer kunnen winnen.
Wat vrouwlief nu doet: haar emmers legen boven het weelderig begroeide talud langs het spoor. Niet verder vertellen! Want als er binnenkort eens een trein van de rails mocht glijden zijn de rapen zuur…