Wildkijkers

U kent ze vast wel, plekken die je voor je gemoedsrust beter kunt mijden, maar die toch trekken. Zo bezocht ik op een zonnige zondagnamiddag in de bronsttijd wildobservatiepunt de Elsberg in nationaal park Veluwezoom. Mijn excuus: ik was toch in de buurt…

Decennia geleden kwam ik tijdens de bronst van edelherten graag naar deze plek. De heuveltop en het omringende open heideterrein vormden een prachtig decor om de herten bij het minnespelen te bespieden. En zag ik geen herten, dan waren er wel vluchten overtrekkende vogels, boven mijn hoofd spionerende bosuilen of dwars over de heide rennende zwijnen. Ook van jagende wolken kon ik genieten, het oranje spotlicht van de laagstaande zon, de glinstering van ochtenddauw in duizenden spinnenwebben, de in de wind goudgolvende pijpenstro, ja zelfs de miezerregen maakte me blij. In alles voelde ik de wildheid en de ruimte. In die tijd kwam ik hooguit een handvol soortgenoten tegen, altijd grauwgroen gekleed en met een forse kijker en – net zoals ik – op zoek naar rust. Maar dat waren andere tijden.

Wildobservatiepunt de Elsberg, NP VeluwezoomSinds de Elsberg een golfdak kreeg en boswachters met hun marketingcollega’s de bronst actief promoten overspoelt een groot en nieuw publiek de bronstplaatsen. Het grote parkeerterrein aan de voet van de Elsberg schept verwachtingen.
Het met spectaculaire natuurfilms en –foto’s verwende publiek denkt echt dat al dit moois pal voor hun neus zal plaatsvinden. Verrekijkers dragen ze zelden. Het gaat hen volgens mij ook minder om het zien als wel om het gezien worden. Want wat is er nu leuker dan je eigen geschoten hert op YouTube of Facebook showen? Iedereen is daarom druk met fotocamera of smartphone, zelfs als de dieren op grote afstaan staan.

Katwijkse blondines
Terug naar die zondag. Gezien het twintigtal auto’s op het parkeerterrein valt het aantal wildkijkers in de hut me mee. Er klinkt een opgewekt gekeuvel, waarbij twee Katwijkse blondines op leeftijd de boventoon voeren.
“Nee, ik weet niets van herten. Maar mijn neef in Duitsland wel, die jaagt!” Ongevraagd komen we veel te veel te weten over het deskundige familielid. Als hun twee k*ttenlikkertjes luid beginnen te keffen vertrekken ze gelukkig.
Terwijl ik geen dier zie, schiet mijn buurman minutenlang als een bezetene met zijn mini-compact over de hei. “En, heb je ze er mooi op?”, vraagt vrouwlief belangstellend, als hij geconcentreerd de vele tientallen beelden terugkijkt. “Nee, het was toch een tak”, antwoordt hij korzelig.

Het is een komen en gaan van bezoekers.  Door het gedrang achter de kijkvensters, het continue gepraat en het explosieve melange van opdringerige geurtjes voel ik me steeds minder op mijn gemak. Zelfs het hert dat in de verte wild met zijn gewei schudt weet me nauwelijks uit de koopzondagsfeer te trekken. De popularisering van de natuurbeleving heeft zeker zijn goede kanten. Echter ík voel me niet senang in deze drukte.

Toeristen achter Rijksmuseum, AmsterdamPublieksverkiezing
En nu wil staatssecretaris Van Dam van EZ dat we het mooiste natuurgebied van Nederland kiezen. Want natuurgebieden zijn te onbekend bij een groot publiek, meent hij. Met deze verkiezing wil hij de mooiste gebieden de kans geven zich te ontwikkelen tot nationale iconen, zoals Amsterdam, of Hollandse tulpen. De winnende gebieden ontvangen een geldbedrag om de kwaliteit en toegankelijkheid van het gebied te verbeteren en om de gebieden in binnen- en buitenland op de kaart te zetten.

Ik ben er niet gerust op.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.