Klimaatparade

Vandaag start de Klimaattop in Parijs. De komende twee weken proberen 195 regeringsleiders afspraken te maken om te voorkomen dat het met het klimaat nog verder uit de hand loopt. Hun inzet is de temperatuur met niet meer dan 2 graden te laten stijgen (gemeten vanaf het begin van de industriële revolutie).

IMG_4937Ik heb veel hoop, maar toch iets minder vertrouwen in een goede afloop. Bezitten de leiders dit keer wél voldoende wijsheid om tot een goede oplossing te komen? Beseffen zij nu wél de urgentie en hebben zij voldoende lef om nu eens níét het nationaal belang voorop te stellen?

Om de regeringsleiders een duwtje in de rug te geven en met een duidelijke boodschap op pad te sturen waren er gisteren over de hele wereld Klimaatparades. Zo ook in Amsterdam. In een bonte optocht trokken zo`n 7.000 mensen door de stad. Is dat weinig, is dat veel?

IMG_4983In elk geval heel wat minder dan tijdens de demonstratie tegen kernwapens, in 1981, toen wel 400.000 mensen de hoofdstad overspoelden. Maar gezien het k..weer van gisteren viel het me eigenlijk nog mee. Want nadrukkelijk waren ook de weergoden van de partij: de regengod huilde dikke tranen en de windgod blies loeiend zijn valse rukken. Het was me niet duidelijk (dat heb je vaker bij goden), waren zij nu vóór- of tegenstanders?

IMG_4942Maar toch…Blijkbaar werd zoveel jaar geleden de dreiging van raketten door enkele honderdduizenden mensen toch als veel gevaarlijker gezien dan de klimaatverandering, die nota bene al werkzaam is… De dreiging voorbij!

Wat ook kan, dat in die lange periode de mensen veranderd zijn: vroeger kwam je opdraven als je iets erg belangrijk vond; tegenwoordig stuur je een appje of like je een Facebookpagina. Dit verklaart misschien ook waarom ik zoveel minder jongeren zag dan vijftigplussers.

IMG_4957In elk geval, het was een goede middag, met aardige mensen en leuke contacten.
En lezers, natuurlijk heb ik ook een beetje voor jullie gedemonstreerd: ik heb mijn bordje  extra hoog gehouden en het spandoek strakker dan strak.

En nu maar afwachten wat Rutte met dit duwtje in de rug gaat doen. Wordt hij klimaatheld of blijft hij hekkensluiter duurzaamheid van Europa?

Bladblazers en andere gektes

Een dreinend motorlawaai wekt me ruw. Het is weer zover. Ik spring uit bed naar het raam om de benzinedampen buiten te sluiten. De motorbende doet zijn ronde in onze wijk bij voorkeur als ik nog op een oor lig. Eerst komen de bladblazers, vervolgens de veegmachine. Maar vandaag klaag ik niet al te hard want het is waarschijnlijk de laatste keer dit jaar. De bomen zijn kaal.

Het zou verboden moeten worden. Niet het blazen, wel die luidruchtige en stinkende motoren. Welke viespeuk heeft de brulblazer in hemelsnaam uitgevonden? Was er iets mis met bezem of bladhark?

Ik weet nog precies wanneer ik dit apparaat voor het eerst in werking zag. Dat was in de lommerrijke Clematislaan in Aerdenhout, op 14 november 1984, toen ik op weg was naar de psychiater. Deze moest in opdracht van de minister van Defensie vaststellen of het goed zat in mijn bovenkamer, of ik wel een geweten had.
Vlak bij het huis van deze hooggeleerde zielknijper zag ik een mannetje in de weer met deze brulblazer. Het woei hard en de wind draaide alle kanten op. Het was een gevecht tussen mens en de elementen, wat deze mens glansrijk verloor. Want ondanks zijn inspanning blies de wind al dat lover met dezelfde kracht weer terug. Aan de bladermassa op straat was niet te zien waar het blaasmannetje was geweest.
Wie is hier nu gek, dacht ik.

De bladblazer is nu al jaren ingeburgerd. Iedereen met tenminste vijf vierkante meter tuin of oprit heeft zo’n ding in de schuur. Altijd handig om je buren mee te pesten.

Maar het kan nog gekker. Bij ProRail zijn ze zó bang voor herfstblad dat ze onlangs besloten hebben voor een nieuwe strategie: het kwaad bij de bron aanpakken. ProRail heeft de oorlog verklaard aan de bomen langs het spoor.
De hoogste tijd om het topmanagement van ProRail naar de psychiater te sturen. Ik weet nog wel een adresje.

O ja, mijn geweten is vastgesteld.

Met 130 naar de klimaattop

Terwijl ik ’s nachts onder een dun dekbedje in mijn zweet lig te baden hebben “we” opnieuw een weerrecord gebroken, lees ik de volgende ochtend in Trouw. Ik was er al bang voor. De nacht was nauwelijks koeler dan de dag. En overdag ís het al zo idioot warm.

Het regent deze eerste 10 dagen van november records in De Bilt. Meteoroloog Van Oldenborgh van de KNMI noemt een maximumtemperatuur van 6 graden normaal. Daar zitten we nu dik 8 graden overheen. De temperatuursverhoging wijt hij vooral aan de warme lucht die vanuit de Azoren deze kant op stroomt; deze natuurlijke schommeling levert 6 graden verhoging op. Maar de resterende 2 graden verhoging komt toch echt door de opwarming van de aarde. Zoveel warmer is het de afgelopen eeuw in Nederland (in november) geworden. Volgens deze deskundige gaat die opwarming van de aarde nog wel even door…

Van zo’n bericht krijg ik het nog heter. Het angstzweet staat op mijn voorhoofd. Waar moet dat naar toe? Als het zo doorgaat vieren we over een poosje Kerstmis in korte broek en T-shirt, in de tuin bij de barbecue… Waar moet ík naar toe? Toch maar een huisje kopen in Lapland?

Gelukkig is het nog nét niet te laat.
Lees verder Met 130 naar de klimaattop

Een bos voor mezelf

Ik had het kunnen weten. Het fraaie herfstweer heeft vandaag wel erg veel mensen naar de Veluwse bossen gelokt. Ik baal een beetje terwijl ik vele klontjes senioren voorbijpeddel. Want al gun ik iedereen zijn portie natuur en frisse lucht, vanmiddag wens ik rust, absolute rust. Even geen schreeuwende sporters op mountainbikes of luid kwebbelende vriendinnen met kekke windjacks. En al helemaal geen gillende kinderen achter een bal. Egoïstisch – ja, ik weet het.
Gelukkig is er in dit uitgestrekte bosgebied, zelfs op dagen als deze waarop iedereen buiten lijkt te zijn, nog ruimte om je terug te trekken. Mits je de goede plekken weet.

Paddenstoelen in beukenbosVoorbij het Onzalige Bos – alleen die naam al – weet ik een spannend wild bos waar maar zelden bezoekers komen. Hier onder de kolossale beuken waan ik me in een middeleeuwse kathedraal waar niets de serene stilte doorbreekt. Of het moest de opgewonden roep van de zwarte specht zijn, of de havik die mijn komst met afkeuring begroet. Het bladerdak hoog boven me strooit een goudgeel licht over de bodem. De paddenstoelen glanzen en glimmen. Talrijke modderige zoelen duiden op wilde zwijnen, die ik helaas niet zie. Het bos geurt naar aarde, naar leven en vergankelijkheid.

Ik trap tegen een opgewaaide berg blad enPaddenstoelen in beukenbos klauter een heuvel op. Vanaf een omgewaaide boom overzie ik het bos, mijn bos.
Heel ver weg van thuis voel ik me hier. Het zou net zo goed een bergwoud in Tsjechië of Slovenië kunnen zijn. Kruipend op mijn knieën bekijk ik de wereld door mijn camera. Ik verlies me in slijmerige schimmels en rottende boomlijken, in keiharde tonderzwammen en fragiele porceleinzwammetjes.

Na twee uurtjes afzondering zijn mijn batterijen helemaal opgeladen en kan ik me weer onder de mensen begeven. Onderweg groet ik de eenzame fietser die ook huiswaarts keert.

Het sublieme landschap van Turner

Op een mooie zomermiddag
Als een reusachtig verduisteringsscherm jagen loodzware wolken over mij heen. Weg is de augustuszon. In de kilgroene schemering trekken rukwindjes plagend aan mijn hemd. Kippenvel. Het modderige water rond mijn voeten voelt nog heerlijk lauw. Ik negeer de zwarte hemel boven Friesland, want na uren struinen en wachten is mijn geduld eindelijk beloond. Vóór me op het wad staan duizenden steltlopers, netjes gesorteerd. Door mijn telescoop onderscheid ik rosse grutto’s, wulpen, kanoeten, zilverplevieren en vele, vele bonte strandlopers. Ik zie nekveertjes opwaaien en oogjes knipperen. Zelden zag ik zo’n massa vlak voor mijn neus.

HvdB20120616-055Het gerommel in de lucht wil ik niet horen. Al komen de flitsen nu wel erg snel dichterbij. Daar sta je dan, midden op het natte slik, als hoogste punt in de wijde omtrek. In de verte licht de duintop op – nog zeker een uur lopen. Ik twijfel. Misschien waait het over…
Een zwierige slinger van honderden bontjes tuimelt zacht knorrend uit de lucht. Dan vallen de eerste druppels. Warm water. Tijd om te gaan. De vogels gaan nauwelijks voor me opzij als ik ze met haastige passen passeer. Wonderbaarlijk. TSJAKKKKrrr! De lichtflits valt samen met de knal. Niet alleen ík schrik. In paniek schieten de vogels alle kanten op. Ze vliegen zelfs tussen mijn benen door.

Het sublieme
Wellicht heb jij zelf ook dergelijke natuurervaringen, waarbij je overrompeld werd door schoonheid maar gelijktijdig dreiging voelde of gevaar. Deze ervaring van natuurgeweld én schoonheid, die zulke intense emoties kan oproepen, noemde de filosoof Burke het sublieme. Het gaat natuurlijk ook over de grootsheid van de natuur tegenover de nietigheid van de mens. Je kunt daar als mens verschillend op reageren, met angst, ontzag of bewondering.
IMG0043Ikzelf ben vooral een bewonderaar, en zoek graag het sublieme in de natuur en in het landschap. Enkele malen per jaar vind ik het. Of beter: overkomt het me. Want dit soort buitengewone ervaringen liggen niet voor het oprapen. Je kunt het ook niet afdwingen.
Ik vond het bijvoorbeeld op wild golvende zeeën, tijdens stormen, in ontmoetingen met beren en wolven, op ijzige toppen hoog in de bergen, in woeste wouden.

Turner
De Britse schilder J.M.W. Turner (1775 – 1851) was gegrepen door het sublieme. Hij heeft van de weergave ervan zijn specialiteit gemaakt. Het gevaar en de schoonheid van de natuur probeerde hij te vangen in zijn olieverfschilderijen en aquarellen.
Lees verder Het sublieme landschap van Turner

Stop de vreemdelingen!

Het is nog niet te laat, in ons land gaat het nog slechts om enkelingen. En als we snel maatregelen nemen voorkomen we ernstige overlast. Want de grote massa nadert. Zoals vaker komt het onheil uit het oosten. Dus grenzen dicht! Dat vereist hoge hekken, want het zijn behendige klimmers. En elk kiertje is funest.

In Duitsland leven er op dit moment naar schattingen zo’n 200.000 en het aantal breidt zich uit. Blijkbaar voelen de schooiers zich in West-Europa uitstekend thuis. Er is hier voedsel in overvloed, en ze lusten bijna alles. Ze stelen uit keukens maar voelen ook geen schaamte om desnoods op vuilnisbelten hun kostje bij elkaar te scharrelen. Kortom: het zijn rasopportunisten waar geen kruid tegen gewassen is.

Van een afstand zien ze er met hun fraai getekende boeventronies HvdB20120618-026misschien nog aaibaar uit. Maar pas op! Hun tanden zijn akelig scherp en velen dragen vervelende besmettelijke ziektes met zich mee.

In Noord-Amerika heb ik de wasbeer, want daar gaat dit verhaal natuurlijk over, tijdens het wildkamperen vaker van nabij meegemaakt. En ik kan je vertellen, met een wasbeerfamilie rond je tent is het echt wild: je doet ’s nachts geen oog dicht. Op zoek naar voedsel halen ze alles overhoop. De rakkers zijn slim en hondsbrutaal. Met hun fijne vingertjes klooien ze aan je tent, aan je rugzakken (en openen afgesloten vakken en zakken). Zelfs voedsel dat opgehangen is aan hoge beerproof-constructies is voor deze beertjes niet veilig. Irritant is ook hun voortdurend gegil en gesis, want zelfs in familieverband hebben ze permanent mot.

En toch heb ik een zwak voor ze, zolang ze in hun homeland zijn: hun vindingrijkheid is bewonderenswaardig. Maar hier in West-Europa – waar ze zijn uitgezet en verwilderd – vormen de exoten een té grote bedreiging voor de inheemse dieren. Die zijn evolutionair niet aangepast aan deze brutale mini-beren. In Amerika heb je tenminste nog krachtpatsers als wolf, zwarte beer, coyote, veelvraat en wellicht ook stekelvarken die de wasberen een beetje in toom houden.

Natuurles in de natuur

Niet te houden zijn ze. Nauwelijks uit de auto vliegen ze over het hek en schieten als speelse kalveren het weidse natuurgebied in. Op hun stoere kaplaarzen stuiteren ze door het ruige gras van de uiterwaard. Ze negeren modderplas en koeienvlaai. Wie het eerst bij de groene keet is!

Expeditie LoevesteinBij de materiaalkeet van Staatsbosbeheer liggen de spullen voor de jonge natuuronderzoekers al klaar – overzichtelijk gegroepeerd per opdracht. Een stapel emmers voor de waterbouwers; vlindernetten, potjes en opbergdozen voor de beestjesvangers; schepnetten en platte bakken voor de waterbeestjesgroep; een krat verrekijkers voor de struinders; een grondboor voor de diepgravers. En dan ben ik vast nog zaken vergeten.

Expeditie LoevesteinDit klasje uit het dorp Bruchem (onder Zaltbommel) komt niet onvoorbereid. Al eerder gaf gids Roel Weterings (vrijwilliger) van Staatsbosbeheer een gastles in hun eigen klaslokaal. Hij vertelde de kinderen over de rijke natuur van dit uiterwaardgebied, over hoe rivieren functioneren. Over overstromingen en klimaatverandering. Over de brandrode runderen en konikpaarden.

En nu staan ze dan buiten, niet ver van Slot Loevestein. Klaar om zelf het gebied te verkennen. Na de korte instructie van Roel vormen zich drie groepjes, met steeds een Staatsbosbeheergids én een ouder of leraar. In grote haast verspreiden de groepjes zich over het terrein. Het is duidelijk dat de kinderen alles op alles zetten om alle opdrachten uit te kunnen voeren. Ze willen alles zien, alles beleven, alles doen.
Lees verder Natuurles in de natuur

3.040.288.194.283 bomen

3.040.288.194.283, zoveel bomen staan er op dit moment op aarde, schrijven onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. Een astronomisch getal, zó groot dat ik me er weinig bij kan voorstellen. Komisch vind ik die laatste 283. (Zijn het echt geen 282 of 284 exemplaren?) Alsof de onderzoekers mijn spottende glimlach zien, geven ze ruiterlijk toe dat de ze er met hun schatting ook 100 miljard naast kunnen zitten. Dat klinkt me direct al veel realistischer in de oren.

3.040.288.194.283 bomen, Is dit nu veel of weinig? Laat ik het wat concreter maken: dit getal betekent dat elke bewoner van onze mooie planeet gemiddeld 413 bomen tot zijn of haar beschikking heeft. Grote maar vooral veel kleine bomen.

“Mijn” bosje
Terwijl ik schuilde voor een stortbui probeerde ik me gisteren in een jong bos op de Veluwe voor te stellen hoe “mijn” bosje van 413 bomen er uit zou zien. Ik telde de bomen rondom me, tot 413. Dit aantal bedekte hier een vlak van nog geen 40 bij 40 meter. Zo groot was dus mijn bosje. Op een plek met meer kleine bomen was mijn bosje vanzelfsprekend kleiner uitgevallen.
Bovendien, laat ik me niet rijk rekenen. Nederland is een bosarm land. Elke inwoner van dit kikkerlandje beschikt over gemiddeld slechts 20 bomen, aldus Nature. Dat is 5 procent van 413…
Slik.
Dat is een bosje formaat achtertuin; een postzegel!
Gelukkig hield de regen op, snel fietste ik snel weg. In dit bos werd ik depressief.

Maar het kan nog veel beroerder.
Lees verder 3.040.288.194.283 bomen

Zeehondensafari

Je zult mij niet snel betrappen als deelnemer van een natuurexcursie. Liever mijd ik de kudde en zoek mijn eigen weg. Toch stapte ik onlangs in Ameland aan boord van een speciale boot die mij en mijn gezelschap dichtbij de zeehonden moest brengen. Ik hoopte dat ik ons familieclubje hiermee plezier zou doen: op deze manier konden we de Wadden beleven zonder dat het opnieuw zou leiden tot een natgetrapte rug of pijnlijke voeten.

Gelukkig was het weer niet al te zonnig en stond er een straffe wind, daardoor was de boot niet afgeladen vol. Tijdens de regelmatige rukwinden hadden de lege loungebanken alle ruimte om spontaan over het dek te schuiven. Dat deden ze dan ook.

Zeehonden (vooral gewone) op zandplaat tussen Ameland en TerscheDe zeehonden troffen we aan op de uitgestrekte zandplaten tussen Ameland en Terschelling. Tijdens hoogwater zie je weinig van de platen. Zodra de platen met eb droogvallen, schuifelen de zeehonden aan land om te rusten en te dutten. Van grote afstand zie je ze dan al liggen – ongesorteerde sigaren. Urenlang .  Ze hebben weinig tijd nodig om hun maaltijd bij elkaar te vissen.

Zeehonden (vooral gewone) op zandplaat tussen Ameland en Tersche
Gewone zeehond (vrouw met jong)

Voor mij was het een nieuwe ervaring om nu eens dichtbij rustende zeehonden te komen. Het viel me niet tegen dat de dieren – ondanks het gemanoeuvreer van de boot vlak voor hun neus – zo rustig bleven. Ze waren oplettend nieuwsgierig, maar al gauw negeerden ze ons. Een kleine 200 exemplaren telde ik met mijn verrekijker, vrijwel allemaal gewone zeehonden en slechts enkele grijze zeehonden – de 2x zo grote neef, die de laatste decennia ook in grote aantallen in de Waddenzee leeft.

Zeehonden (vooral gewone) op zandplaat tussen Ameland en Tersche
Grijze zeehond (man)

Aan niets was te merken dat de zeehonden last hadden van de heftige wind waardoor ze gezandstraald werden. Toch handig zo’n dikke pels. Ze lagen er tevreden en relaxed bij.

Lees verder Zeehondensafari

Geëmancipeerde koe

Het seksleven van vrijlevende runderen is spannender dan je zou verwachten. Zo blijken koeien uiterst geëmancipeerd en moeten stieren heel wat uit de kast halen voordat de uitverkoren vrouw ingaat op hun avances.
HvdB20150820-003Het gescharrel der seksen kan ik mooi volgen in mijn achtertuin: nationaal park Veluwezoom. Hier lopen op een duizenden hectare groot bos- en heideterrein enkele honderden Schotse Hooglandrunderen – evenveel koeien als stieren. De volwassen mannen leven het hele jaar gescheiden van de vrouwen. Alleen in augustus, nu dus, zoeken de potente kerels de vrouwen op.

Op een mooie avond, twee weken geleden, was ik getuige hoe vier zeer macho stieren zich op een weitje in het bos uit stonden te sloven: door luid en diep te loeien, met hun voorpoten kuilen te graven en stofwolken op te werpen, en door met hun forse horens boompjes te molesteren. Vooral de dominante stier had het er druk mee. Naast het aftroeven van zijn concurrenten, moest hij ook nog de koe in de gaten houden waarop hij zijn zinnen had gezet. Deze koe ging – alsof er niets aan de hand was – met haar kalf haar eigen weg. De stier had maar te volgen als hij nog een kans wilde maken…HvdB20150820-009

Dat wilde hij zeker. Door regelmatig aan haar vagina te ruiken en haar pis te drinken volgde hij haar cyclus en kwam zo wellicht ook in de juiste mood. Dan zag je hem nagenietend staan: neus in de lucht, opgekrulde bovenlip en geildraaiende ogen.

Vanmorgen was ik opnieuw in het gebied, daar zag ik een volgende fase van de runderbronst.
Lees verder Geëmancipeerde koe