De laatste sperwers en terminale eiken

Het gaat niet goed met de bossen op arme zandgronden: roofvogels verdwijnen en bomen sterven. Wat is er aan de hand?  In de bossen bij Ede laat ik me door onderzoekers informeren, samen met bosbeheerders. Die willen vooral weten: hoe red ik mijn bos?

De groep groen-grijs geklede mensen loopt dwars door het open bos op de Noord Ginkel. Kritisch beoordelen zij de grove den, lariks en vrijwel bladloze zomereik. De beheerders moeten al langer aanzien dat in bossen op voedselarme bodems veel planten en dieren verdwijnen. De oorzaak hiervan is nu eindelijk bekend.

Onderzoeker Arnold van den Burg van Stichting Biosfeer: “Jullie zien dat de eiken op instorten staan. Die bladschaarste komt niet door rupsen – die wíllen hier niet eens eten. De eiken zijn doodziek. De weerbaarheid van de eiken is sterk afgenomen door een combinatie van armoede aan bodemmineralen en de veel te hoge stikstofdepostie.” Dat is volgens hem niet toevallig: de Gelderse Vallei met z’n intensieve veehouderij ligt om de hoek.

Voedselketen uit balans
Hij bedoelt: door de gigantische aanvoer van meststof (via de lucht) is de voedselketen van dit arme stuifzandbos volledig uit balans geraakt. Van den Burg en collega’s vonden hoe dit doorwerkt bij sperwers, die hij in dit gebied al 25 jaar onderzoekt. “We ontdekten dat sperwers problemen hebben om eieren te produceren omdat bepaalde aminozuren (bouwstoffen van eiwitten) in hun voedsel ontbreken. Bomen en planten produceren deze aminozuren. Via rupsen en zangvogels komen deze bouwstoffen in de maag van de sperwer terecht.”
Zo zou het moeten, maar met de productie van aminozuren door eiken is het hier flink bos. Het eikenblad is voor rupsen nauwelijks te eten, en zo valt er voor rupsenetende vogels een belangrijke voedselbron weg. Het effect daarvan konden onderzoekers meten bij koolmees en bonte vliegenvanger. Ze zagen het ook bij de zomereik: rupsenplagen blijven uit.
Nu kan Van den Burg eindelijk verklaren waarom hij in dit stuifzandbos de sperwer zag verdwijnen.

Zure regen
De Nederlandse landbouw is er trots op dat ze produceert voor de wereldmarkt. De keerzijde van al die hamlappen, biefstuk, plofkippen en zuivelproducten is dat de productie enorme bergen stront oplevert en een overmaat aan ammoniakdampen. Die viezigheid blijft achter in Nederland en bemest al vele decennia onbedoeld het landschap, óók de natuurgebieden. Het hoopt zich op in bodem en planten. Ook al zou de landbouw morgen stoppen met de uitstoot, dan zitten natuurgebieden nog met rotzooi die zich daar heeft opgehoopt.
Daarom is dit probleem anders dan de zogenaamde zure regen die in de jaren 80 het bos bedreigde. Toen kon, door de uitstoot van zwavel ingrijpend te beperken, het bos worden gered. Nu is er meer nodig dan het simpelweg dichtdraaien van de poepkraan.

Over dit onderwerp schreef ik een meer uitgebreid artikel in het herfstnummer van magazine Nieuwe Veluwe.

2 gedachten over “De laatste sperwers en terminale eiken”

    1. Nee, helaas. Voor een goede afloop van dit verhaal zal er in de stallen en bossen nog heel wat moeten gebeuren. Gemakkelijke en snelle oplossingen zijn daarbij niet in zicht. Over een jaar of 5 kunnen we hopelijk wél terugkijken op een happy end. En op bossen vol rupsen, zangvogels en sperwers.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.