Vogels huilen niet

Een wilde vogel in een mensenhand. Dat wringt, dat schuurt. De blauwe steriele handschoen maakt het nog erger. Hier klopt iets niet.

De eerste wilde vogels die ik in handen had zal ik nooit vergeten. De diertjes hebben het niet overleefd. De kluten, tureluurs en kemphaantjes waren zwaar verlamde botulisme-slachtoffers – opgeraapt in het wetland waar ik vaak vogels telde.
Je denkt een vogel te kennen – door je verrekijker heb je het dier al zo vaak begluurd. Maar in je hand is alles anders: het is nóg kleiner, nóg lichter, nóg fijner getekend, nóg kwetsbaarder dan je al dacht. En dat ga je de nek omdraaien. Knijp, een snelle draai en een stevige ruk. “Krak”, hoor je. Dat valt nog helemaal niet mee.

Dit verhaal gaat over zieke vogels die een meer hoopvolle behandeling kregen, in het Rotterdams vogelopvangcentrum Vogelklas Karel Schot. Vrijwilliger verzorger én fotografe Anjés Gesink maakte fascinerende vogelportretten van de patiënten. De foto’s bundelde zij in het opmerkelijke boek Vogels huilen niet – klein vogelleed in de grote stad. De paginagrote foto’s van de vogels gaan steeds samen met een nuchtere beschrijving van de geschiedenis van de patiënt, de zorg en de afloop (die lang niet altijd goed is). Lees verder Vogels huilen niet

Veteraanbomen

Ook nog nooit van gehoord? Onlangs hoorde ik de term voor het eerst. Het is de platina categorie onder de monumentale bomen, begreep ik van de oude-bomenspecialist. Veteraanbomen zijn niet alleen oud, vaak ook dik en groot. In elk geval vallen ze op door hun imposante verschijning. De oudjes zijn vaak hol, bevatten dode takken en hun lengte neemt eerder af dan toe. De boom takelt af, lijkt misschien stervend, maar is nog springlevend. Met de juiste verzorging kan zo’n boom nog eeuwen mee. We hebben hier te maken met de meest krasse knarren van het bejaardentehuis.

Canadese populier (Populus x canadensis - 'Marilandica'), Arnhem
Canadese populier, Lauwersgrachtpark, Arnhem (H 33 m.; D 205 cm.; 125 jr.)

De oude-bomenspecialist beklaagde zich erover dat er in Nederland maar weinig veteraanbomen staan, in vergelijking met onze buurlanden. Hier heeft hij wel een punt. In ons land houden we meer van jong en hip dan van oud en statig. Wij zijn niet zo van de tradities en ruimen ‘oude troep’ liever snel op. Het staat maar in de weg. Elke vierkante meter moet nuttig produceren. En als die hoogbejaarden dan ook nog eens meer kosten – omdat zij extra zorg vereisen – dan is de keuze snel gemaakt: de bijl erin!

Oude tamme kastanjes (Castanea sativa), Gulden Bodem, Arnhem
Tamme kastanjes, Gulden Bodem, Arnhem (H 26 m.; D 238 cm.; 300 jr.)

Als de managers en rekenmeesters nu eens zouden opkijken van hun spreadsheets, en naar buiten gaan om deze oudjes te bezoeken, zouden ze eindelijk eens zien hoe waardevol ze zijn.
De veteranen bieden een thuis aan ontelbare planten en beestjes, verfraaien het landschap en nodigen uit tot dromen en verhalen.
Dit zijn geen nieuwe inzichten. Landschapsschilders, dichters, landgoedeigenaren en verliefden weten het al eeuwen.

Nieuwsgierig geworden naar veteraanbomen in de buurt stapte ik op de fiets en ging op onderzoek.

Lees verder Veteraanbomen

Black is the color

Stel je voor, dat we het zouden moeten doen zonder zwartsprietdikkopje, zwarte ooievaar, zwarte rapunzel, zwarte els, zwarte stern en pekzwarte watertor.

Dat we zwarte truffelknotszwam, zwarte toorts, zwartblauwtje, zwarte amaniet, zwartkop, zwarte ibis, zwartpunt smalbok, zwarte populier en vooral de zwartwittebokaalkluifzwam moeten missen.

Dat we zwarte mees, zwartooglipvis, zwartsteel, zwartkopmeeuw, zwarte bes en zwartkopvuurkever taboe verklaren, omdat enkele gevoeligen onder ons (zwartkijkers durf ik ze niet te noemen) er aanstoot aan nemen.

Lees verder Black is the color

Hedwige – van bieten en populieren naar getijdengebied

Goed nieuws voor de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen. De Raad van State besloot gisteren dat de landbouwpolder definitief moet worden teruggeven aan de natuur. Met het verleggen van de dijken wordt het wetland langs de Westerschelde uitgebreid met 295 hectare. Eindelijk kan begonnen worden aan het inrichtingsplan dat al jaren klaar ligt.

Natuurlijk, het is zuur voor de eigenaar en het handjevol bewoners. Maar de natuur vaart er wel bij. Want ondanks de mooie verhalen van fans, zo fraai is de polder niet. Het afgelegen gebied, op de grens tussen Bergen op Zoom en de kerncentrale van Doel, is pas recent ingepolderd (in 1907). En dat is te zien: grootschalig, planmatig en rechtlijnig. Dat in deze landbouwpolder aan natuur en landschap weinig valt te beleven heb ik vaker met eigen ogen kunnen zien. Het mooiste vond ik nog de polopaarden van de poldereigenaar. Voor de rest was het armoede troef.

Verdronken land van Saeftinghe
Verdronken land van Saeftinghe

Nee, klim dan eens de dijk op en kijk uit over het slikken- en schorrengebied van de buren. Let op de kluten, grutto’s, en zilverplevieren die in de kreken hun voedsel zoeken. Hoor de wulpen en ganzen. En zie de uitgestrekte vlaktes lamsoor en zeekraal – planten die perfect zijn aangepast aan het brakke water waarin ze tweemaal per 25 uur worden ondergedompeld. Het verschil tussen eb en vloed is hier ronduit spectaculair: Lees verder Hedwige – van bieten en populieren naar getijdengebied

Nederlandsche Vogelen

Mijn eerste vogelboek  kocht ik veertig jaar geleden.  Zien is kennen! gold toen als het ‘handigste betrouwbare determineerboek in den lande’. Niet dat er veel te kiezen was. De veldgids met gekleurde platen en informatieve tekst moest mij leiden op het modderige pad der veldornithologie. Zelfs met een verrekijker viel het ‘zien’ niet mee: als ik vogels naderde vlogen ze steevast weg, of gingen nog hoger in de boom zitten. En die enkele keer dat ik na veel moeite (of geluk) een dier wél goed in beeld kreeg, bleek het nog een hele kunst het bijpassend plaatje te vinden. Zo duidelijk waren de afbeeldingen en beschrijvingen niet. Ondanks dit matige boekje, heb ik inmiddels toch veel vogelsoorten gezien en leren kennen.

Sinds die achtste druk van Zien is kennen is er een indrukwekkende rij determinatiegidsen en andere vogelboeken verschenen. Hoe ik ook van boeken en vogels houd, ik ben al een poos geleden opgehouden vogelboeken te verzamelen. Mijn kast is vol. Echter mijn nieuwsgierigheid naar nieuwe uitgaven is gebleven.

Zo stuitte ik vorige maand bij mijn boekhandel op de Nederlandsche Vogelen, een boek als een forse stoeptegel  Lees verder Nederlandsche Vogelen

Ode aan de duisternis

Ik heb weinig met ‘dagen-van’. Wat moet ik met Dag van de linkshandigen, Dag van de gratis bezorging, Dag van de arbeid, Dag van de huismeester, Valentijnsdag, Dag van de hond, Dag van de slager, Dag van de belegger, Dag van de bouw, Dag van de regio?
Ik gun elke belangenclub zijn eigen feestje, maar val mij er niet mee lastig.

Een uitzondering maak ik voor Nacht van de nacht, de jaarlijkse ode aan de duisternis, in de nacht dat we onze klokken een uur terugzetten. Dit gáát tenminste ergens over.
Natuur- en milieuorganisaties vieren de Nacht met excursies in natuurgebieden, met spannende verhalen, voorlichting over duurzame en natuurvriendelijke verlichting en door bezoekers met sterrenkijkers een blik te gunnen op de hemellichamen boven ons.

Duisternis zit in onze moderne en verwende samenleving flink in het verdomhoekje.  Alsof we er last van hebben. Raar, want er valt aan en in de duisternis juist zoveel te beleven. Lees verder Ode aan de duisternis

De laatste sperwers en terminale eiken

Het gaat niet goed met de bossen op arme zandgronden: roofvogels verdwijnen en bomen sterven. Wat is er aan de hand?  In de bossen bij Ede laat ik me door onderzoekers informeren, samen met bosbeheerders. Die willen vooral weten: hoe red ik mijn bos?

De groep groen-grijs geklede mensen loopt dwars door het open bos op de Noord Ginkel. Kritisch beoordelen zij de grove den, lariks en vrijwel bladloze zomereik. De beheerders moeten al langer aanzien dat in bossen op voedselarme bodems veel planten en dieren verdwijnen. De oorzaak hiervan is nu eindelijk bekend.

Onderzoeker Arnold van den Burg van Stichting Biosfeer: “Jullie zien dat de eiken op instorten staan. Die bladschaarste komt niet door rupsen – die wíllen hier niet eens eten. De eiken zijn doodziek. Lees verder De laatste sperwers en terminale eiken

Atalanta, een lichtgewicht wereldreiziger

De afgelopen septembermaand heb je ze vast wel gezien, atalanta’s. Op zonnige dagen kon je de grote oranje-zwartgekleurde vlinder overal aantreffen, zeker in de buurt van bloemen. Ik zag vele exemplaren in mijn stadstuin, vooral op de bloeiende klimop. Waarschijnlijk waren de atalanta’s onderweg, naar Zuid-Europa, en benutten zij mijn tuintje om uit te rusten en letterlijk bij te tanken.

Waarom trekt de atalanta?
Het is moeilijk voor te stellen dat dit fragiele diertje duizenden kilometers vliegt tussen zomer- en winterverblijf. Toch doet de atalanta dat. Waarom? In de zomer kan de vlinder in onze omgeving veel gemakkelijker overleven en een nieuwe generatie voortbrengen dan in het droge Zuid-Europa. ’s Winters is het leven in het zuiden juist weer aangenamer. Lees verder Atalanta, een lichtgewicht wereldreiziger

Seksrecreatie in de bijbelband

Met enig schaamrood op de kaken zoek ik een plekje in de mensenhaag. Ik houd niet van dat massale, ben meer een stille genieter. Maar natuurlijk wil ik wel wat zien! Hier staat ongetwijfeld wat te gebeuren. Die opgewonden meute staat er toch niet voor niets?

Honderden ogen turen naar de bosrand, gluren door verrekijkers en fotocamera’s met kolossale lenzen.

Hoor ik daar voor me in de bosschage takken kraken? En dan, een langgerekte oerbrul… Links en rechts van me verstomt het gekeuvel, koffie wordt haastig opgedronken en tienduizenden euro’s optiek draaien naar hetzelfde kreukelige dennenbosje.

Ja, daar zijn ze! De brutaalste dames stappen behoedzaam uit de dekking, dan volgen er meer. Een groepje jonge meiden rent met sierlijke sprongen de hei op, onbekommerd, recht op me af. Uitdagend laten ze zich van alle kanten bewonderen. De camera’s ratelen als mitrailleurs. Lees verder Seksrecreatie in de bijbelband